President Kim Dae-jung werd op 3 december 1925 geboren in een klein dorp op een eiland aan de zuidwestkust van Zuid-Korea. Toen de regering-Syngman Rhee (1948-1960) steeds dictatorialer begon te worden, besloot hij de politiek in te gaan. Zijn politieke carrière bleek vanaf het begin nogal turbulent te zijn. In 1961 werd hij na twee mislukte kandidaturen in twee verkiezingen in de Nationale Assemblee gekozen, maar binnen drie dagen na zijn verkiezing werd de Nationale Assemblee ontbonden na een militaire staatsgreep onder leiding van generaal-majoor Park Chung Hee.

Toen hij in 1963 opnieuw in de Nationale Assemblee werd gekozen, begon hij zich binnen zijn eigen partij te ontpoppen als een ondergeschikte leider. In 1965 was hij woordvoerder van de Democratische Partij en het jaar daarop werd hij voorzitter van het Comité voor Beleidsplanning van de partij.

Toen president Park Chung Hee in 1969 grondwetsherzieningen nastreefde om zichzelf voor een derde termijn kandidaat te kunnen stellen, hield Kim Dae-jung een toespraak tegen het plan tijdens een openluchtbijeenkomst, en hij werd alom geprezen om zijn visie en moed. Hij werd gekozen tot presidentskandidaat van de Nieuwe Democratische Partij in 1971 en nam het op tegen de almachtige zittende president, Park Chung Hee. Ondanks de obstructiepolitiek en de illegale verkiezingspraktijken van de regeringspartij behaalde hij meer dan 46% van de uitgebrachte stemmen.

Tijdens de verkiezingscampagne voor de Assemblee die kort na de presidentsverkiezing volgde, onderging oppositieleider Kim wat de eerste van minstens vijf aanslagen op zijn leven door zijn politieke tegenstanders zou worden. Een zwaar geladen vrachtwagen ramde zijn auto, waarbij hij en zijn twee assistenten ernstig gewond raakten. President Kim lijdt nog steeds aan de verwondingen aan zijn been.

Nauwelijks een jaar na de verkiezingen kondigde president Park de staat van beleg af, verbood alle politieke activiteiten en ramde de zogenaamde Yushin-grondwet (revitaliserende hervorming) door de Nationale Vergadering. Deze grondwet gaf de president de macht voor het leven. Kim Dae-jung verzette zich heftig tegen deze buitenwettelijke maatregelen en leidde campagnes tegen Parks bewind in de VS en Japan. In augustus 1973 ontvoerden agenten van de Koreaanse Centrale Inlichtingendienst Kim uit een hotel in Tokio. De bedoeling was hem te “elimineren”, maar snelle en krachtige reacties van de VS en Japan leidden ertoe dat hij een week later in Seoel werd vrijgelaten. Hij werd onmiddellijk onder huisarrest geplaatst.

Op 1 maart 1976 gaf de ontembare oppositieleider samen met andere voorvechters van de democratie de “Verklaring van Onafhankelijkheidsdag voor Democratisering” uit, die de aanzet gaf tot een nieuwe golf van pro-democratische demonstraties in Korea. Vervolgens werd hij veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Hij bleef in de gevangenis totdat de autoriteiten hem in 1978 vrijlieten en onder huisarrest stelden.

Nadat president Park in oktober 1979 door een van zijn naaste medewerkers was vermoord, werden Kim’s burgerlijke en politieke rechten hersteld. Na een paar maanden van politieke onrust greep een andere groep militairen de macht en werd Kim Dae-jung in mei 1980 opnieuw in de gevangenis gegooid op beschuldiging van verraad. In november van dat jaar veroordeelde een militaire rechtbank hem ter dood. Het vonnis werd later omgezet in levenslange gevangenisstraf, en vervolgens in een gevangenisstraf van 20 jaar. In december 1982 werd zijn gevangenisstraf opgeschort en mocht hij naar de Verenigde Staten reizen.

Kim beëindigde zijn ballingschap in de VS en keerde begin 1985 naar huis terug, ondanks de waarschuwingen van zijn aanhangers dat hem hetzelfde tragische lot zou kunnen treffen als de Filippijnse senator Benigno Aquino. Terug in Seoel werd hij onmiddellijk onder huisarrest geplaatst, maar zijn terugkeer versterkte de pro-democratische beweging in het hele land. In juni 1987 werd Kim vrijgesproken van alle openstaande aanklachten en werden zijn burgerlijke en politieke rechten volledig hersteld. Hij nam deel aan de presidentsverkiezingen van 1987 en 1992, maar werd verslagen.

In december 1997 werd hij tot president gekozen met 40,3 % van de stemmen. Toen hij als achtste president van de Republiek Korea werd ingehuldigd, was dat de eerste machtsoverdracht van de regeringspartij aan de oppositiepartij in de moderne geschiedenis van Korea.

Toen hij de regering overnam te midden van een ongekende financiële crisis, wijdde president Kim zich aan economisch herstel en slaagde hij erin het land terug te trekken van de rand van het bankroet. De hervormingen en herstructureringen die al vroeg in zijn regering begonnen, gaan nog steeds door.

De visie van president Kim Dae-jung op het Koreaanse volk bracht hem ertoe een beleid van betrokkenheid ten aanzien van Noord-Korea te voeren. Hij en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-il werkten samen aan een gezamenlijke verklaring die zij op 15 juni 2000 ondertekenden en die de weg vrijmaakte voor een betere toekomst voor alle Koreanen en andere vredelievende volkeren in de wereld.

Deze autobiografie/biografie werd geschreven ten tijde van de toekenning van de prijs en later gepubliceerd in de boekenserie Les Prix Nobel/ Nobel Lectures/The Nobel Prizes. De informatie wordt soms bijgewerkt met een addendum dat door de laureaat wordt ingediend.

Kim Dae-jung overleed op 18 augustus 2009.

Terug naar boven Terug naar boven Brengt gebruikers terug naar het begin van de pagina

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.