Voor Jezus is vergeving van het grootste belang. Het is de keerzijde van de liefdesmunt. Liefde komt op de eerste plaats, de bovenkant, kop. Jezus wil dat wij elkaar liefhebben zoals Hij ons heeft liefgehad, en Hij legde uit dat de mensen zullen weten dat wij zijn discipelen zijn door de liefde die wij voor elkaar hebben (Joh 15:12,15; 13:35). Maar onze liefde is onvolmaakt. Wij beschadigen onze relatie met God en de naaste wanneer wij zondigen, de munt opgooien, munt. In zonde en vervreemding blijven is in een staartspiraal zitten. Vergeving is de manier om de munt weer op kop te draaien en terug te keren naar de liefde.
Jezus sprak vaak over vergeving, vergaf hen die zondigden tegen anderen, vergaf hen die zondigden tegen Hem, en vroeg de Kerk om zijn genezende bediening voort te zetten. Jezus leerde: “Als u anderen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven” (Mt 6,14). Petrus vroeg Jezus hoe vaak het nodig is te vergeven, en Jezus antwoordde: “Zevenenzeventig maal” (Mt 18,22), een getal dat symbolisch moet worden opgevat, niet letterlijk, voor de nooit eindigende manier waarop wij moeten vergeven.
Jezus hield ervan gelijkenissen te gebruiken om verschillende aspecten van vergeving te illustreren. Tijdens zijn gesprek met Petrus vertelde Jezus de gelijkenis van de onvergevingsgezinde dienaar (Mt 18,23-35). Het evangelie van Lucas bevat een reeks van vijf gelijkenissen over vergeving: de onvruchtbare vijgenboom (Lc 13,6-9); de gebogen vrouw (Lc 13,10-13); het verloren schaap (Lc 15,4-7); de verloren munt (Lc 15,8-10); en de grootste gelijkenis over vergeving van alle, de verloren zoon (Lc 15,11-32).
Jezus was buitengewoon vriendelijk en barmhartig in de manier waarop hij mensen vergaf die tegen anderen gezondigd hadden. Jezus zei tot de verlamde: “Kind, uw zonden zijn u vergeven” (Mc 2,5); toen een zondige vrouw Jezus’ voeten baadde met haar tranen en ze afveegde met haar haren, zei Jezus: “Uw zonden zijn u vergeven” (Lc 7:48); toen een op overspel betrapte vrouw voor Hem werd gebracht, zei Hij: “Ik veroordeel u niet” (Joh 8,11); en toen Jezus aan het kruis hing, zei Hij tegen de berouwvolle misdadiger: “Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn” (Lc 23,43).
Nog dwingender is de manier waarop Jezus diegenen vergaf die rechtstreeks tegen Hem gezondigd hadden. Voor Jezus was vergeving geen automatisme, het was opzettelijk, een bewuste keuze. Nadat de Romeinse soldaten Hem gegeseld en genageld hadden, bad Jezus: “Vader, vergeef het hun” (Lc 23,34). Na de verrijzenis had Jezus het volste recht om woedend te zijn. Petrus had Hem verloochend. De anderen hadden Hem verlaten. Toen Hij de Bovenzaal binnenkwam, verdienden zij een strenge berisping, maar in plaats daarvan zei Jezus met goddelijk mededogen niet één keer, maar drie keer: “Vrede zij met u” (Joh 20,19,21,26).
Jezus vroeg zijn discipelen om zijn vergevingsbediening voort te zetten. Jezus zei tegen Petrus: “Ik zal jullie de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven. Wat gij op aarde binden zult, zal in de hemel gebonden zijn; en wat gij op aarde ontbinden zult, zal in de hemel ontbonden zijn” (Mt 16,19); en na de verrijzenis blies Jezus op de discipelen en zei: “Ontvangt de heilige Geest. Hun zonden die gij vergeeft, worden hun vergeven” (Joh 20,22,23).
Over pater Michael Van Sloun
Pater Michael Van Sloun is pastoor van de St. Bartholomew Catholic Church in Wayzata, Minn. Als voormalig schooldirecteur, docent aan de middelbare school en atletiekcoach is hij altijd een leraar geweest. Nu onderwijst hij het geloof als homilist, bijbelstudieleider, retraiteleider, pelgrimsgids en auteur van talrijke artikelen.