Chlamydomonas is een zeer groot geslacht van eencellige, beweeglijke flagellaten die voorkomen in stilstaand water en op vochtige bodem, in zoet water, zeewater, en zelfs in sneeuw als “sneeuwalg”. De cellen hebben een glycoproteïnen wand (geen cellulose ondanks veelvuldige vermelding in oudere leerboeken) en twee gelijke flagellen. De kern is ingesloten in een komvormige chloroplast, die één grote pyrenoide heeft waarin zetmeel wordt gevormd uit fotosyntheseproducten. Twee kleine samentrekkende vacuolen, die een uitscheidende functie hebben, bevinden zich in de buurt van de flagellen. Er is ook een rode pigmentvlek die lichtgevoelig is, waardoor de cel naar het licht toe kan zwemmen. Er is veel variatie in de voortplanting bij de verschillende soorten van het genus, en recente studies van de flogenie suggereren dat het om meerdere geslachten gaat.

Er zijn twee soorten cycli binnen de levensgeschiedenis: een ongeslachtelijke en een geslachtelijke. De aseksuele voortplanting gebeurt meestal door splijting (splijting in fragmenten zoals nulceaire splijting), waarbij de protoplast zich deelt om 4-8 zoösporen te vormen die gelijken op de ouder. In de geslachtelijke cyclus leidt stikstofgebrek ertoe dat cellen isogameten vormen, die paarsgewijs samensmelten en een zygote vormen; de zygote verliest zijn flagellen en vormt een dikke wand die bestand is tegen ongunstige omstandigheden; wanneer de omstandigheden weer gunstig zijn, ondergaat de zygote meiose om 4 haploïde zoösporen te vormen.

De meest gebruikte laboratoriumsoort is Chlamydomonas reinhardtii, die kan groeien op een eenvoudig medium van anorganische zouten, waarbij licht wordt gebruikt om energie te leveren. Zij kunnen ook in totale duisternis groeien indien een alternatieve koolstofbron, zoals acetaat, wordt geleverd. Bij gebrek aan stikstofhoudende verbindingen versmelten haploïde cellen van tegengestelde paringstypen (gewoonlijk “plus” en “min” genoemd) gewoonlijk tot een diploïde zygospore, die een harde buitenwand vormt die hem beschermt tegen ongunstige omgevingsomstandigheden. Wanneer de omstandigheden verbeteren (of wanneer de wetenschapper stikstofverbindingen in het kweekmedium terugbrengt en voor licht en water zorgt), ondergaat de diploïde zygote meiose en komen er vier haploïde cellen vrij, die vervolgens de vegetatieve levenscyclus hervatten.
Chlamydomonas wordt gebruikt als modelsysteem voor onderzoek naar vele zeer fundamentele vragen in de cel- en moleculaire biologie, zoals: hoe bewegen cellen? Hoe reageren ze op omgevingsstimuli zoals licht? Hoe werkt fotosynthese? Hoe herkennen cellen elkaar?

Soorten van het geslacht zijn wijdverspreid in zoet water, hoewel mariene soorten veel minder algemeen zijn. Habitats omvatten bodem, tijdelijke poelen, eutrofe meren en smeltende sneeuw (b.v. C. nivalis). Twee mariene soorten (C. provasolii en C. hedleyi) worden alleen gevonden in symbiotische associatie met foraminifera.

*AlgaeBase bevat ongeveer 250 soorten Chlamydomonas. Er staat een volledige beschrijving van het genus op de site.

Terug naar indexpagina.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.