Toen hij opgroeide in het zuiden vond Theo Hilton zowel eenzame troost als een brede gemeenschap in muziek.
Toen hij in 2007 Nana Grizol oprichtte in Athens, Ga., kreeg hij een uitlaatklep om uit te drukken hoe
verwarring en constant smachten ingebakken raakten in een jonge, queer man in een kleine stad.

Ondanks Athens’ liberale neigingen en een overvloed aan artistieke medewerkers, bewandelde Theo de grensgebieden als een queer, omringd door hetero’s.
Nana Grizol’s eerste twee platen “Love It, Love It” (2008) en “Ruth” (2010) chroniqueerden die gemengde
ervaring. Met “Ursa Minor”, de eerste Nana Grizol-plaat in zes jaar, is Theo Hilton
ondubbelzinnig zeker over wie hij is en wat hij wil zeggen.

Hij heeft gereisd en gestudeerd, en is van Athene naar Seattle naar New York verhuisd en momenteel naar New
Orleans. Onderweg kwam de rol van voorvechter van sociale rechtvaardigheid hem goed uit. Door middel van zang laat hij “Ursa Minor” een kritische blik werpen op milieuproblemen, zoals het effect van olieraffinaderijen in
het stroomgebied van de Mississippi, maar ook op hoe neoliberaal beleid onschuldige mensenlevens opeet en uitspuugt.
Hij heeft liefgehad en verloren en is herbevestigd. De nieuwe songs weerspiegelen een artiest die zich volledig bewust is van wat hij
heeft geleerd, wat er ten goede is veranderd, wat nog steeds klote is, en wat we er
precies aan gaan doen.
Op “Ursa Minor,” keert een trouwe cast van spelers terug om Theo’s liedjes gestalte te geven. Robbie Cucchiaro
(Music Tapes) voegt trompet en euphonium lijnen toe die zowel het gouden tijdperk van Elephant 6 opnames echoën als de brass bands van Theo’s huidige thuis. Laura Carter (Elf Power, Orange Twin Records) levert secundair drumwerk, klarinettrillingen en trompetgeschal, een vertrouwde bakermat voor nieuwe songs. Jared Gandy (Area Men, Witches), op bas en gitaar, noteert weer een jaar in een
twee decennia durende samenwerking met Theo. Matte Cathcart (Landlord, Door-Keys), een bondgenoot die vanuit Bloomington, Indiana naar
Athens, Ga. is getrokken, rondt het kwintet af op drums. Iedereen, behalve
Theo, woont in Athens. Opgenomen door Andy Lemaster in de Chase Park Transduction Studio in Athens, voltooit “Ursa Minor” een overgang van 4-track opnamen naar een grote, cleane productie
zonder dat dit ten koste gaat van de intensiteit.

Naast thema’s als queer identiteit en kapitalistische agressie, zijn de nummers op “Ursa Minor” gebaseerd op literaire en academische tijdschriften. Doorheen de 12 nummers van het album, zoek naar verwijzingen en inspiraties naar werken zoals Cindy Milstein’s “Anarchism and its Aspirations,” Richard Wright’s “American Hunger,” en Carson McCullers’ “The Heart is a Lonely Hunter,” onder
andere.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.