Printable Version
Native Americans | Previous | Next |
Digital History ID 3449 |
De zogenaamde “Indian New Deal” was het enige lichtpuntje in de manier waarop de regering minderheden behandelde. Aan het eind van de 19e eeuw begon het Amerikaanse indianenbeleid steeds meer de nadruk te leggen op het uitwissen van een kenmerkende Indiaanse identiteit. In 1871 maakte het Congres een einde aan de behandeling van stammen als soevereine naties in een poging om het gezag van de stamhoofden te verzwakken. Er werd ook een poging ondernomen om de oudere rechtssystemen van de stammen te ondermijnen. Het Congres richtte daarom in 1882 een Hof voor Indiaanse Misdrijven op om Indianen te vervolgen die wetten en regels van de overheid overtraden. Indiaanse scholen namen Indiaanse kinderen weg bij hun families en stammen en probeerden hen te ontdoen van hun inheemse erfgoed. Schoolkinderen werden verplicht hun haar te knippen en Engels te spreken en het werd hen verboden Indiaanse religies te belijden.
De Dawes Act van 1887 was het hoogtepunt van dit beleid. De wet wees reservaatgronden toe aan individuele Indianen. Het doel van de wet was om Indianen aan te moedigen boer te worden; de percelen waren echter te klein om een gezin te onderhouden of vee te houden. Door het beleid van de regering werd het land van de Indianen teruggebracht van 155 miljoen hectare tot slechts 48 miljoen hectare in 1934.
Toen Roosevelt in 1933 president werd, benoemde hij een vooraanstaand hervormer, John Collier, tot commissaris voor Indiaanse zaken. Op verzoek van Collier creëerde het Congres het Indian Emergency Conservation Program (IECP), een CCC-achtig project voor de reservaten, waarin meer dan 85.000 Indianen werk vonden. Collier zorgde er ook voor dat de PWA, WPA, CCC, en NYA Indianen in dienst namen.
Collier was al lang een tegenstander van het 50 jaar oude verkavelingsprogramma van de regering dat inheemse landerijen verdeelde en verdeelde. In 1934 haalde hij het Congres over om de Indiaanse Reorganisatie Wet aan te nemen. Deze wet beëindigde het verkavelingsprogramma van de Dawes Severalty Act van 1887; voorzag in fondsen voor stammen om nieuw land aan te kopen; bood de regering erkenning van de grondwetten van de stammen; en trok het verbod op de Indiaanse talen en gebruiken in. In datzelfde jaar werden federale subsidies verstrekt aan plaatselijke schooldistricten, ziekenhuizen en instellingen voor maatschappelijk welzijn om inheemse Amerikanen bij te staan.
Vorige | Volgende |