Aphra Behn werd rond 1640 geboren in Kent, Engeland. Hoewel er weinig bekend is over haar vroege leven, wordt aangenomen dat zij een deel van haar jeugd in Suriname heeft doorgebracht en dat zij in 1664 trouwde met een koopman met de naam Behn.
Na een scheiding van haar echtgenoot reisde zij naar Nederland als spionne voor koning Charles II. Tijdens haar verblijf in Engeland kwam ze in de schulden en bracht een korte periode door in de debiteurengevangenis; hierna ging ze schrijven om in haar levensonderhoud te voorzien. Ondanks haar gebrek aan hogere opleiding wordt zij nu herinnerd als de eerste Engelse vrouw die geheel in haar eigen onderhoud voorzag door te schrijven.
Haar eerste toneelstuk, The Forc’d Marriage (Londen), werd in 1670 opgevoerd, gevolgd door verschillende andere tragikomedies, waaronder The Amorous Prince (Londen, 1671) en The Rover (Londen, 1677). Ze wordt ook herinnerd om haar fictie, met name de korte roman Oroonoko (W. Canning, 1688), die thema’s van ras en geslacht behandelde en invloed had op de ontwikkeling van de moderne roman.
Naast haar toneelstukken en romans schreef Behn ook poëzie, gepubliceerd in Poems upon Several Occasions, met The Voyage to the Island of Love (R. Tonson en J. Tonson, 1684) en Lycidus; or, The Lover in Fashion (Joseph Knight en F. Saunders, 1688). Tijdens haar leven was ze een literair icoon, en sinds haar dood wordt ze geroemd om haar onafhankelijkheid en haar streven naar gelijke rechten. Ze stierf in april 1689, en ligt begraven in Westminster Abbey.