Inleiding
Depressie is een veel voorkomende stoornis die gepaard gaat met een aanzienlijke morbiditeit en sociale en economische kosten. Thans wordt erkend dat de ziekte in veel gevallen recidiveert. Hoewel behandeling met antidepressiva gepaard kan gaan met remissie van de depressieve episode, wordt nu een voortdurende behandeling gedurende ten minste 6 maanden aanbevolen om de respons te consolideren en terugval te voorkomen. Bovendien zullen patiënten met een voorgeschiedenis van depressie onderhoudstherapie nodig hebben om terugval te voorkomen.
De behandeling van depressieve stoornissen wordt verder bemoeilijkt door de aanwezigheid van meervoudige symptomen of comorbiditeit met andere stoornissen, zoals angststoornissen. Angstsymptomen worden bijvoorbeeld bij 70% van de depressieve patiënten gezien. Depressie is ook een frequente complicatie van andere aandoeningen zoals coronaire hartziekten, de ziekte van Parkinson en het verworven immunodeficiëntiesyndroom (AIDS), waarvoor de toediening van antidepressiva nodig is die zo min mogelijk met andere geneesmiddelen interageren.

Escitalopram farmacologie
Escitalopram is het S-enantiomeer van citalopram, een veilige, effectieve en goed getolereerde racemische verbinding die algemeen wordt gebruikt voor de behandeling van depressie. De farmacologische werking van citalopram ligt in zijn S-enantiomeer. Vergeleken met citalopram is escitalopram meer dan twee keer zo krachtig als een selectieve serotonine heropname remmer. Bij diermodellen werd vastgesteld dat escitalopram, in tegenstelling tot R-citalopram, de serotonineconcentratie in de frontale cortex verhoogt. Deze bevindingen wijzen op een betere werkzaamheid en een snellere aanvang van de werking van escitalopram in vergelijking met citalopram. Bovendien is escitalopram een zeer krachtige remmer van de serotoninetransporter en heeft het een minimale affiniteit voor receptoren van talrijke neurotransmitters, hetgeen gepaard gaat met een gunstiger bijwerkingenprofiel in vergelijking met andere geneesmiddelen.
In diermodellen waarin de werkzaamheid van het middel werd geëvalueerd, bleek escitalopram agressief gedrag op een dosis-afhankelijke manier te verminderen zonder andere gegeneraliseerde gedragsreacties zoals scannen te wijzigen. Bovendien was de werkzaamheid van het geneesmiddel ten minste tweemaal zo groot als die van citalopram. Wat het begin van de werking betreft, werden bij diermodellen significante effecten waargenomen vanaf de eerste week van de behandeling; bij gebruik van andere antidepressiva, zoals imipramine, bedroeg de tijd die nodig was voor het begin van de werking daarentegen 3-4 weken. De anxiolytische potentie van escitalopram werd beoordeeld in diermodellen van angst en resulteerde in een significant en gunstig anxiolytisch profiel; R-citalopram daarentegen was in dit opzicht zwak werkzaam.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.