De vlag van de Amerikaanse staat bestaat uit een donkerblauw veld (achtergrond) met de naam van de staat in geel boven het staatszegel.

In 1865 nam de voorlopige wetgevende macht een zegel aan voor openbare zaken, en datzelfde ontwerp wordt vandaag de dag nog steeds door de staat gebruikt. Het bevat een afbeelding van de Rocky Mountains, die van fundamenteel belang zijn voor de topografie van de staat en voor zijn naam, een afleiding van het Latijnse montana (“bergachtig”). Op het zegel staan ook een rivier en bossen afgebeeld, die herinneren aan de uitgestrekte natuurlijke schoonheid van Montana en aan zijn rijkdom op het gebied van bosbouw en landbouw. Centraal in het ontwerp staat de Great Falls, een kenmerkende bezienswaardigheid die een toeristische attractie is geworden. De ploeg en de gekruiste pikhouweel en schop symboliseren de landbouw en de mijnbouw; naar de mijnbouw wordt ook verwezen in het motto van de staat, “Oro y plata” (“Goud en zilver”), dat op een lint in het zegel voorkomt. De vlag van de staat was gebaseerd op de vlag van het eerste regiment infanterie van Montana in de Spaans-Amerikaanse oorlog (1898); het oorspronkelijke ontwerp was donkerblauw met het staatszegel (zonder het omcirkelende opschrift) in het midden. De vlag van de infanterie had zijn franje aan de lange zijde verloren, zodat de wet bepaalde dat de officiële staatsvlag alleen aan de boven- en onderrand met franje mocht worden versierd. De vlag werd in 1905 aangenomen, maar vele andere staten namen soortgelijke ontwerpen aan, en de vlag werd minder gemakkelijk te onderscheiden. In 1981 wijzigde de wetgever het ontwerp door het woord “Montana” boven het zegel toe te voegen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.