Als belangrijkste mensenrechtenorganisatie van Europa heeft de Raad van Europa sinds de jaren negentig een reeks initiatieven genomen om de bescherming van vrouwen tegen geweld te bevorderen. Deze initiatieven hebben met name geleid tot de goedkeuring in 2002 van Aanbeveling Rec(2002)5 van het Comité van ministers van de Raad van Europa aan de lidstaten inzake de bescherming van vrouwen tegen geweld, en tot het voeren van een campagne in heel Europa, van 2006 tot 2008, ter bestrijding van geweld tegen vrouwen, waaronder huiselijk geweld. De Parlementaire Vergadering heeft ook een krachtig politiek standpunt ingenomen tegen alle vormen van geweld tegen vrouwen. Zij heeft een aantal resoluties en aanbevelingen aangenomen waarin wordt opgeroepen tot juridisch bindende normen inzake preventie van, bescherming tegen en vervolging van de ernstigste en wijdverbreide vormen van gendergerelateerd geweld.

Nationale verslagen, studies en enquêtes hebben de omvang van het probleem in Europa aan het licht gebracht. Met name de campagne heeft aangetoond hoezeer de nationale reacties op geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld in Europa uiteenlopen. De behoefte aan geharmoniseerde wettelijke normen om ervoor te zorgen dat slachtoffers overal in Europa hetzelfde niveau van bescherming genieten, werd duidelijk. De politieke wil om op te treden nam toe: de ministers van Justitie van de lidstaten van de Raad van Europa begonnen te discussiëren over de noodzaak om meer bescherming te bieden tegen huiselijk geweld, met name tegen geweld binnen het gezin.

De Raad van Europa, die zijn leidende rol op het gebied van de bescherming van de mensenrechten op zich nam, besloot dat het nodig was alomvattende normen vast te stellen om geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld te voorkomen en te bestrijden. In december 2008 richtte het Comité van Ministers een deskundigengroep op die de opdracht kreeg een ontwerpverdrag op dit gebied op te stellen. Deze groep, het ad-hoccomité voor de preventie en bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (CAHVIO), heeft in iets meer dan twee jaar tijd een ontwerptekst uitgewerkt. In december 2010 heeft het Comité de laatste hand gelegd aan het ontwerp van het Verdrag.

Het Verdrag inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld is op 7 april 2011 aangenomen door het Comité van Ministers van de Raad van Europa. Het werd op 11 mei 2011 ter gelegenheid van de 121e zitting van het Comité van Ministers in Istanbul voor ondertekening opengesteld. Na de tiende ratificatie door Andorra op 22 april 2014 is het op 1 augustus 2014 in werking getreden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.