Acuut atrioventriculair (AV) blok komt frequent voor bij patiënten met een myocardinfarct. Atrioventriculair blok is ook een veel voorkomende manifestatie van sclerodegeneratieve geleidingssysteemaandoeningen. Soms is een hartblok het gevolg van medicijntoxiciteit, hyperkaliëmie, hartklepverkalking, myocarditis of infiltratieve cardiomyopathie. Tweedegraads AV-blok is een vorm van “onvolledig” hartblok, waarbij sommige, maar niet alle, atriale slagen geblokkeerd zijn voordat ze de ventrikels bereiken. Mobitz type II tweedegraads blok is een oude term, die verwijst naar periodiek atrioventriculair blok met constante PR-intervallen in de geleide slagen. Het onderscheid tussen type II en type I blok is beschrijvend; van groter belang voor de clinicus is de anatomische plaats van het blok en de prognose. Bij Mobitz type II-blok bevindt de plaats zich bijna altijd onder de AV-knoop; bij Mobitz type I-blok bevindt de plaats zich meestal binnen de AV-knoop. Bij AV-blok type II is de kans groter dat het tot een volledig hartblok en een Stokes-Adamsstilstand komt. In de meeste gevallen van tweedegraads hartblok, inclusief gevallen van 2:1 geleiding, is het mogelijk de plaats van het AV-blok (intranodaal of infranodaal) te bepalen aan de hand van informatie over de leeftijd van de patiënt, de klinische setting en de breedte van het QRS-complex op het oppervlakte-elektrocardiogram. Tweedegraads atrioventriculair blok moet worden onderscheiden van andere “oorzaken van pauzes”. Niet-geconduceerde premature atriale contracties en atriale tachycardie met blok zijn veel voorkomende aandoeningen, die tweedegraads AV-blok kunnen nabootsen.