Introduction

De jacht op een antwoord onthult ook belangrijke details over onze eigen plaats in het heelal – waar we vandaan komen, hoe het leven is ontstaan en, misschien, waar we naar op weg zijn.

De aarde en Kepler-452b
In dit artistieke concept wordt de aarde (links) vergeleken met Kepler-452b, die ongeveer 60 procent groter is. De illustratie geeft één mogelijke verschijningsvorm van Kepler-452b weer – wetenschappers weten niet of de planeet oceanen en continenten heeft zoals de Aarde. Beide planeten draaien om een ster van het G2-type met ongeveer dezelfde temperatuur; de ster waar Kepler-452b omheen draait is echter 6 miljard jaar oud, 1,5 miljard jaar ouder dan onze zon. Als sterren ouder worden, worden ze groter, heter en helderder, zoals op de afbeelding te zien is. De ster van Kepler-452b lijkt een beetje groter en helderder. Krediet: NASA/Ames/JPL-Caltech/T. Pyle

De komende jaren en decennia zullen ons steeds dichter bij het summum van zelfreflectie brengen: een spiegelbeeld van onze eigen planeet Aarde. Een kleine, rotsachtige wereld met wolken, oceanen en een atmosfeer met tekenen van mogelijk leven. Dit zou een combinatie van gassen kunnen zijn – zuurstof, kooldioxide en methaan – die ons op zichzelf niet veel zeggen, maar samen boekdelen spreken.

Zo’n wereld zou honderden lichtjaren ver weg kunnen zijn, misschien wel voor altijd buiten bereik. Maar het moleculaire bewijs dat we in zijn atmosfeer lezen, met steeds scherpere technologie, kan ons het antwoord geven waar we al sinds het begin van de mensheid op wachten: Nee, we zijn niet alleen.

Pale Blue Dot
Een foto van de aarde, genomen op 14 februari 1990 door NASA’s Voyager 1 op een afstand van 6 miljard kilometer van de zon. Het beeld inspireerde de titel van het boek van wetenschapper Carl Sagan, “Pale Blue Dot: A Vision of the Human Future in Space”, waarin hij schreef: “Kijk nog eens naar die stip. Dat is hier. Dat is thuis. Dat zijn wij.” Image credit: NASA/JPL-Caltech

NASA’s zoektocht naar leven

NASA’s zoektocht naar leven

Het uiteindelijke doel van NASA’s Exoplanetenprogramma is het vinden van onmiskenbare tekenen van huidig leven.

De hemel van exoplaneten zelf zou zulke tekenen kunnen bevatten, wachtend om onthuld te worden door gedetailleerde analyse van de atmosferen van planeten ver buiten ons zonnestelsel.

Wanneer we licht analyseren dat door een ster door de atmosfeer van een verre planeet wordt geschoten, een techniek die bekend staat als transmissie spectroscopie, lijkt het effect op een streepjescode. De ontbrekende segmenten in het lichtspectrum vertellen ons welke ingrediënten aanwezig zijn in de buitenaardse atmosfeer. Een patroon van zwarte gaten kan wijzen op methaan, een ander op zuurstof. Als we die samen zien, kan dat een sterk argument zijn voor de aanwezigheid van leven. Of we kunnen een streepjescode lezen die wijst op de verbranding van koolwaterstoffen; met andere woorden, smog.

Spectroscopielijnen van een exoplaneet
Licht van exoplaneten kan, als het door een prisma wordt gestuurd, worden uitgesmeerd in een regenboog van kleuren die een spectrum wordt genoemd. Verschillende kleuren komen overeen met verschillende golflengten van licht. Ontbrekende kleuren verschijnen als zwarte lijnen, die aangeven dat er specifieke gassen aanwezig zijn, omdat elk gas licht absorbeert in een specifieke golflengte (of kleur).

Het vinden van een andere blauwwitte knikker

Het vinden van een andere blauwwitte knikker

Voor een wereld met het leven zoals wij dat kennen, is vloeibaar water op het oppervlak nodig, maar het kan zijn dat die er heel anders uitziet dan de aarde.

De planeet zou zich waarschijnlijk in de “bewoonbare zone” bevinden van de ster waar hij omheen draait, waar hij niet te dicht en niet te ver van zijn ster af staat. Ook wel de Goldilock-zone genoemd, is dit het gebied rond een ster waarin vloeibaar water op planeten zou kunnen bestaan gedurende geologische tijdschalen en waar zijn atmosfeer de juiste balans van gassen zou kunnen bevatten die leven zouden kunnen ondersteunen.

Partners in de zoektocht naar leven

Partners in de zoektocht naar leven

NASA-wetenschappers die jagen op leven buiten de Aarde vormen een brede coalitie: degenen die ons zonnestelsel onderzoeken, oude of extreme levensvormen op Aarde, en zelfs onze Zon. Er zouden tekenen van leven kunnen worden gevonden op Mars, Jupiters maan Europa of Saturnus’ maan Enceladus, en potentiële toekomstige missies bevinden zich in de concept- of planningsfase. Een beter begrip van het vroege leven op aarde, of zelfs van levende “extremofielen”, zou onze pogingen om leven buiten onze planeet op te sporen, kunnen ondersteunen. En om verre exoplaneten echt te kennen is kennis nodig van de sterren waar ze omheen draaien; een beter begrip van onze zon zal ons helpen andere sterren te leren kennen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.