In 1909 beschreef een man genaamd H. French voor het eerst de aandoening. Vervolgens vestigde Wilhelm Löffler in 1932 de aandacht op de aandoening in gevallen van eosinofiele longontsteking veroorzaakt door de parasieten Ascaris lumbricoides, Strongyloides stercoralis en de haakwormen Ancylostoma duodenale en Necator americanus. Uiteindelijk werd de aandoening in 1943 door RJ Weingarten tropische eosinofilie genoemd, en later officieel het syndroom van Löffler. Het bekendste geval van het syndroom van Löffler was bij een jonge jongen uit Louisiana. Hij kwam in het ziekenhuis met hoge koorts na drie dagen, en had een snelle ademhaling. “Hij werd in het ziekenhuis opgenomen en behandeld met extra zuurstof, intraveneus methylprednisolon en vernevelde albuterol. De symptomen van de jongen verdwenen snel en bij nader onderzoek werd ontdekt dat de jongen varkens verzorgde. Er werd toen een test uitgevoerd op de uitwerpselen van de varkens en de omringende grond; deze bevatten de parasiet die de kwaal van de jongen had veroorzaakt.
Een ander incident betrof opnieuw een jonge jongen die al 3 maanden last had van braken en koorts. Toen de artsen uiteindelijk een echocardiogram van het kind maakten, ontdekten zij dat “het bloedbeeld van de patiënt bij opname leukocytose vertoonde met een abnormaal verhoogd gehalte aan perifere eosinofielen”. Het kind werd vervolgens gediagnosticeerd met Löffler’s endocarditis, en begon onmiddellijk met immunosuppressieve therapie om het aantal eosinofielen te verlagen.
Hoewel Löffler eosinofiele pneumonie alleen beschreef in de context van infectie, geven veel auteurs de term “syndroom van Löffler” aan elke vorm van acuut optredende pulmonale eosinofilie, ongeacht de onderliggende oorzaak. Indien de oorzaak onbekend is, wordt deze gespecificeerd en “eenvoudige pulmonale eosinofilie” genoemd. Hartschade veroorzaakt door de schadelijke effecten van eosinofiele korrelproteïnen (b.v. major basic protein) staat bekend als Loeffler endocarditis en kan worden veroorzaakt door idiopathische eosinofilie of eosinofilie als reactie op een parasitaire infectie.