Stemmingsstabilisatoren zijn niet hetzelfde als antidepressiva, hoewel beide soorten medicatie soms worden gebruikt om de verschillende vormen van depressie te behandelen. Waar antidepressiva de stemming uit een depressieve episode helpen opkrikken, helpen stemmingsstabiliserende medicijnen de stemming te reguleren en te voorkomen dat deze te hoog (manie) of te laag (depressie) wordt.

Lithium

De oudste en beste stemmingsstabilisator is lithiumcarbonaat (lithium). Hoewel deze medicatie vooral wordt gebruikt om bipolaire stoornissen te behandelen, kan lithium ook effectief zijn bij het verlichten van unipolaire depressieve symptomen. Soms wordt lithium toegevoegd aan een antidepressivumregime voor Major Depression wanneer antidepressiva alleen niet werken.

Lithium is geen leuk medicijn om te nemen. Typische bijwerkingen van lithium zijn trillen, gewichtstoename, veel plassen, overmatige dorst, verminderde coördinatie, verminderd geheugen en concentratie, veranderingen in haarkwaliteit en -hoeveelheid, misselijkheid of diarree, afname van seksueel verlangen en seksuele functie, en een toename van witte bloedcellen. Lithiumbehandeling vermindert ook de schildklierfunctie, waardoor de afgifte van schildklierhormonen wordt verhinderd, wat depressie kan verergeren.

Lithium is ook een potentieel gevaarlijk geneesmiddel, omdat de therapeutische dosis (de dosis die nodig is om antidepressieve effecten te bieden) onaangenaam dicht bij de toxische dosis ligt. Giftige hoeveelheden lithium in het bloed kunnen een vertraagde of gestopte ademhaling, toevallen, coma en zelfs de dood veroorzaken. Voordat iemand lithium toegediend krijgt, moet hij een reeks laboratoriumtesten ondergaan, waaronder een volledig bloedbeeld, tests op serumcreatinine, elektrolyten en hormonen, en een urineonderzoek. Bij een volledig bloedbeeld wordt het aantal rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes gemeten om er zeker van te zijn dat deze cellen zich op een normaal niveau bevinden, dat er geen infecties bekend zijn en dat het lichaam normaal kan functioneren in geval van een verwonding. Het meten van creatinine in het bloedserum is een test voor de nierfunctie. Aangezien een goede nierfunctie essentieel is voor het verwijderen van lithium uit het systeem, is deze test bijzonder belangrijk. Tests voor elektrolyten, hormonen (met name schildklier) en urinecomponenten geven een indicatie van de basisgezondheid van een individu en leveren basisniveaus op waarmee tijdens de lithiumbehandeling kan worden vergeleken. Om lithiumvergiftiging te voorkomen, moeten mensen regelmatig hun bloedspiegels van lithium laten controleren om er zeker van te zijn dat deze binnen een aanvaardbaar therapeutisch bereik blijven. In het beginstadium van de behandeling moeten de lithiumspiegels vaker worden gecontroleerd, maar naarmate de behandeling stabiliseert, kan de controle elke drie tot zes maanden plaatsvinden.

Lithium is zeker niet de enige stemmingsstabiliserende medicatie die tegenwoordig wordt gebruikt. Raadpleeg ons thematisch centrum over bipolaire stoornissen voor een meer volledige lijst van stemmingsstabiliserende medicatie.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.