Na het breken van de vliezen (RM) kan vruchtwater (AF) dat uit de uitwendige os lekt, worden opgevangen door middel van een steriele blaaskatheter die in de vagina wordt ingebracht en wordt aangesloten op een plastic zakje voor de bepaling van de LS ratio. In deze studie werd nagegaan of verontreiniging van AF met cervix- of vaginaal slijm de LS-verhouding bepaald volgens de methode van Gluck wijzigt. Bij 50 zwangere vrouwen in term of preterm labour werd de vruchtzak aangeprikt met een lange gauge-20 naald onder amnioscopisch zicht. Uit de naald werden twee monsters AF genomen. Na de RM werd een steriele plastic blaaskatheter in de vagina geplaatst en verbonden met een plastic zak die gewoonlijk voor het verzamelen van urine wordt gebruikt. Twee extra AF-monsters werden uit de plastic zak genomen. Alle vier monsters werden gemerkt met codenummers en ingestuurd voor de bepaling van de LS-verhouding. Er waren geen significante verschillen in de LS-verhouding tussen de monsters die met de twee verschillende technieken waren verkregen. Geconcludeerd wordt dat bemonstering van AF door middel van een vaginale katheter en een plastic zak de LS ratio niet verandert, en derhalve bruikbaar is voor het beoordelen van de foetale longvolgroeidheid na RM.