Randall Jarrell, (geboren 6 mei 1914, Nashville, Tennessee, V.S.-dood 14 oktober 1965, Chapel Hill, North Carolina), Amerikaans dichter, romanschrijver en criticus die bekend staat om het nieuw leven inblazen van de reputaties van Robert Frost, Walt Whitman, en William Carlos Williams in de jaren vijftig.
De kindertijd was een van de belangrijkste thema’s van Jarrells verzen, en hij schreef uitvoerig over zijn eigen jeugd in The Lost World (1965). Met een M.A. van de Vanderbilt University (1938), begon hij zijn carrière als leraar. Zijn eerste dichtbundel, Blood for a Stranger, werd gepubliceerd in 1942, hetzelfde jaar dat hij in dienst trad van de U.S. Army Air Forces. Veel van zijn beste gedichten verschenen in Little Friend, Little Friend (1945) en Losses (1948), die beide ingaan op oorlogsthema’s.
Jarrell doceerde aan het Sarah Lawrence College in Bronxville, New York (1946-47), en zijn enige roman, het scherp satirische Pictures from an Institution (1954), gaat over een soortgelijk progressief vrouwencollege. Hij was docent aan de Universiteit van North Carolina in Greensboro van 1947 tot aan zijn dood bij een verkeersongeval, dat al dan niet een zelfmoord was, en van 1956 tot 1958 was hij poëzieconsulent van de Library of Congress (nu poëzieconsulent van de laureaat). Hij werd algemeen beschouwd als de scherpzinnigste literaire criticus van zijn tijd.
Jarrells kritiek is gebundeld in Poetry and the Age (1953), A Sad Heart at the Supermarket (1962), en The Third Book of Criticism (1969). Jarrells latere poëzie – The Seven-League Crutches (1951), The Woman at the Washington Zoo (1960), en The Lost World – herstelde een openheid voor emotie (sommigen noemden het sentimentaliteit) die zelden te vinden was in het werk van “academische” dichters uit die tijd. Zijn Complete Poems verscheen in 1969, en een selectie van zijn kritische essays, No Other Book, werd gepubliceerd in 2000.