De banden van Pakistan met het Midden-Oosten zijn gebaseerd op geschiedenis, religie, veiligheid en economie.

De historische banden van Pakistan met het Midden-Oosten gaan terug tot de Arabische invasie van Sindh in 712 v.Chr. De Arabisch-islamitische en Iraanse culturen hebben de beschaving van de gebieden waar Pakistan nu deel van uitmaakt, diepgaand beïnvloed. Hedendaagse geopolitieke overwegingen hebben de belangstelling van Pakistan voor de Arabische regio versterkt. Zowel om veiligheidsredenen als om religieuze redenen heeft Pakistan veel belang gehecht aan zijn betrekkingen met de Arabische islamitische staten.

De perceptie van een veiligheidsdreiging vanuit India en hun geschil over Kasjmir hebben Pakistan ertoe aangezet de islamitische landen als “natuurlijke bondgenoten” te beschouwen. Niettemin heeft het gebruik door Pakistan van gemeenschappelijke islamitische symbolen en gedeelde religieuze identiteit de landen van het Midden-Oosten niet tevreden gesteld. In plaats daarvan lokte het besluit van Pakistan om zich aan te sluiten bij de door de VS gesponsorde veiligheidspacten in de jaren vijftig een Arabische vijandigheid uit, met name van Egypte, Syrië en Irak. Aartsrivaal India vond het politieke klimaat in de radicale Arabische staten geschikter voor zijn diplomatie. De relatie van Pakistan met het Westen bracht het land dichter bij Iran, Turkije en gematigde Arabische staten die het Westen welgezind waren.

Als reactie op de afnemende belangstelling van de VS voor militaire bondgenootschappen onderging het Midden-Oostenbeleid van Pakistan in het begin van de jaren zeventig een fundamentele verandering. Als alternatief voor de slinkende westerse steun, begon Pakistan economische hulp te zoeken in de Arabische olieproducerende landen. Onder Mohammad Reza Pahlavi werd Iran een belangrijke regionale bondgenoot en tevens een bron van broodnodige buitenlandse hulp. Saoedi-Arabië en de Golfstaten toonden enorme belangstelling voor de veiligheid en de economische ontwikkeling van Pakistan.

Met de enorme toename van de olie-inkomsten werd de Golfregio aantrekkelijker voor Pakistan als afzetmarkt voor zijn overtollige arbeidskrachten. Miljoenen Pakistanen hebben gewerkt aan ontwikkelingsprojecten in de Golflanden. De Pakistaanse arbeiders in het buitenland hebben niet alleen de druk op de werkloosheid in eigen land verlicht, maar hebben het land ook tientallen miljarden dollars opgeleverd. In de topjaren (1980-1988) maakten Pakistaanse arbeiders ongeveer drie miljard dollar per jaar over, waarmee de enorme kloof in de handelsbalans werd gecompenseerd.

Terwijl Pakistan de Arabische staten unilateraal en onvoorwaardelijk heeft gesteund in hun geschillen met Israël, met inbegrip van een Palestijns thuisland, heeft het niet de unanieme politieke steun van alle landen in het Midden-Oosten gekregen in zijn geschillen met India. In zijn streven naar bilateralisme heeft Pakistan zorgvuldig vermeden partij te kiezen in conflicten tussen de moslimstaten. In de oorlog tussen Iran en Irak in de jaren tachtig bleef Pakistan strikt neutraal. De deelname van Pakistan aan Operatie Desert Storm tegen Irak in 1991 was een andere zaak. De operatie werd gelanceerd onder de vlag van de Verenigde Naties, en de coalitie van Westerse en Arabische staten genoot een bredere legitimiteit door de Iraakse indringers uit Koeweit te verdrijven.

In de loop der jaren heeft Pakistan zich ontpopt als een belangrijke regionale actor in het Midden-Oosten, hoewel het zich op de achtergrond houdt. Het heeft veiligheidsprotocollen met een groot aantal staten in het Midden-Oosten. Pakistan verschaft opleidingsfaciliteiten aan de strijdkrachten van Saudi-Arabië, Oman, Jordanië, de Verenigde Arabische Emiraten, Koeweit en Bahrein. Ook Libië had in de jaren zeventig toegang tot deze faciliteiten. Pakistaanse militairen dienen in verschillende hoedanigheden als opleiders en adviseurs voor Arabische legers. In de jaren tachtig heeft Pakistan ongeveer 10.000 van zijn troepen in Saudi-Arabië gestationeerd. Als tegenprestatie financierde Saudi-Arabië de modernisering van de Pakistaanse luchtmacht. In het laatste deel van de twintigste eeuw had Pakistan van alle ontwikkelingslanden de op één na grootste militaire aanwezigheid in het buitenland (na Cuba), en die bevond zich volledig in het Midden-Oosten.

Bibliografie

Burke, S.M., and Ziring, Lawrence. Het buitenlands beleid van Pakistan: An Historical Analysis, 2d edition. Karachi: Oxford University Press, 1990.

Rizvi, Hasan-Askari. Pakistan en de geostrategische omgeving: A Study of Foreign Policy. New York: St. Martin’s, 1993.

rasul bakhsh rais

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.