Initiële symptomen zijn rusteloosheid, agitatie, malaise, of een gefixeerd staren. Daarna komt de meer karakteristiek beschreven extreme en aanhoudende opwaartse deviatie van de ogen. Bovendien kunnen de ogen convergeren, naar boven en lateraal afwijken, of naar beneden afwijken. De meest frequent gerapporteerde geassocieerde bevindingen zijn achterwaartse en laterale flexie van de nek, wijd geopende mond, uitpuilende tong en pijn in de ogen. De aandoening kan echter ook gepaard gaan met intens pijnlijke kaakspasmen die kunnen leiden tot het afbreken van een tand. Na een episode kan een golf van uitputting volgen. Het meest opvallend is het abrupte einde van de psychiatrische symptomen aan het einde van de crisis.
Andere kenmerken die tijdens de aanvallen worden opgemerkt zijn mutisme, palilalie, knipperen met de ogen, lacrimatie, pupilverwijding, kwijlen, ademhalingsdyskinesie, verhoogde bloeddruk en hartslag, blozen in het gezicht, hoofdpijn, duizeligheid, angst, agitatie, dwangmatig denken, paranoia, depressie, terugkerende vaste ideeën, depersonalisatie, geweld en obsceen taalgebruik.
Naast de acute presentatie kan oculogyrische crisis zich ontwikkelen als een recurrent syndroom, uitgelokt door stress en door blootstelling aan de hieronder genoemde drugs.