Nutcracker esophagus (NE) is een veel voorkomende slokdarmmotiliteitsstoornis die wordt gekarakteriseerd door hoge amplitude peristaltische contracties in de distale slokdarm. Hoewel eerdere studies bepaalde aspecten van deze aandoening hebben onderzocht (bv. pathogenese en behandeling), is er een gebrek aan gegevens met betrekking tot demografische en klinische kenmerken in grote cohorten van patiënten. Het doel van deze studie was het beschrijven van demografische en klinische kenmerken, comorbiditeiten, tijd tot diagnose, bron van verwijzing per specialisme, en medicatiegebruik in een groot cohort van patiënten met NE. Wij analyseerden retrospectief opeenvolgende gevallen van NE gediagnosticeerd tussen 2008-2010. De elektronische medische dossiers van deze patiënten werden bekeken, en relevante informatie werd geëxtraheerd. We identificeerden 115 patiënten met NE. De mediane leeftijd was 62 jaar (range 25-87 jaar), en 63% was vrouw. De mediane tijd dat patiënten symptomen hadden voorafgaand aan de diagnose was 24 maanden (0-480 maanden). De meeste patiënten meldden zich bij een internist (42%) of bij een gastro-enteroloog (35%). De presenterende symptomen waren pijn op de borst (31%) en dysfagie (21%). Gastro-oesofageale refluxziekte (GERD) symptomen waren veel voorkomend: brandend maagzuur kwam voor bij 51% van de patiënten, 77% had een voorgeschiedenis van GERD, en 78% kreeg zuuronderdrukkende medicatie. GERD werd bevestigd door testen bij minstens 35%. Psychiatrische comorbiditeit kwam voor bij 24%, waarbij de helft van de patiënten psychotrope medicatie kreeg. Prikkelbare darm syndroom (IBS) en fibromyalgie kwamen voor bij respectievelijk 15% en 12% van de patiënten. Verrassend genoeg werden aan 26% van de patiënten opioïden voorgeschreven. Er werd geen statistisch significante correlatie gevonden tussen oesofagusmotiliteitsparameters en symptomen. In deze studie waren NE-patiënten meestal vrouwen van middelbare leeftijd met een aanzienlijke tijd tussen het begin van de symptomen en de diagnose. Velen werden aanvankelijk geëvalueerd door internisten voor dysfagie of pijn op de borst en hadden een voorgeschiedenis van GERD. Medicatie voorgeschreven voorafgaand aan de diagnose betrof vaak zure onderdrukking, maar narcotische en psychotrope recepten werden ook vaak gebruikt. Centrale overgevoeligheid syndromen (fibromyalgie en IBS), psychiatrische comorbiditeit en reflux kwamen vaak naast elkaar voor. Onze studie suggereert dat toekomstig onderzoek zich zou moeten richten op de rol en interactie van GERD en psychiatrische stoornissen in NE.