In verschillend gebruik in gedistribueerd computergebruik beschrijft de netwerkarchitectuur vaak de structuur en indeling van een gedistribueerde applicatiearchitectuur, aangezien de deelnemende knooppunten in een gedistribueerde applicatie vaak worden aangeduid als een netwerk. Zo wordt de toepassingsarchitectuur van het openbare geschakelde telefoonnet (PSTN) het Intelligent Network genoemd. Er zijn een aantal specifieke classificaties, maar zij liggen alle op een continuüm tussen het domme netwerk (b.v. Internet) en het intelligente netwerk (b.v. het openbare geschakelde telefoonnet).
Een populair voorbeeld van een dergelijk gebruik van de term in gedistribueerde toepassingen, alsmede PVC’s (permanente virtuele circuits), is de organisatie van knooppunten in peer-to-peer (P2P)-diensten en -netwerken. P2P-netwerken implementeren gewoonlijk overlay-netwerken die over een onderliggend fysiek of logisch netwerk lopen. Deze overlay-netwerken kunnen bepaalde organisatiestructuren van de knooppunten implementeren volgens verschillende modellen, de netwerkarchitectuur van het systeem.