Adelchi Negri, een assistent patholoog die in het laboratorium van Camillo Golgi werkte, observeerde deze insluitsels bij konijnen en honden met hondsdolheid. Deze bevindingen werden in 1903 gepresenteerd op een bijeenkomst van de Società Medico-Chirurgica van Pavia. De Amerikaanse pathologe Anna Wessels Williams deed dezelfde ontdekking, maar omdat Negri zijn resultaten eerst publiceerde, dragen de lichamen zijn naam.
Negri was ervan overtuigd dat de insluitsels een parasitaire protozoön waren en het etiologisch agens van hondsdolheid. Later datzelfde jaar toonden Paul Remlinger en Rifat-Bey Frasheri in Constantinopel en Alfonso di Vestea in Napels echter aan dat het etiologisch agens van hondsdolheid een filtreerbaar virus is. Negri bleef tot 1909 proberen te bewijzen dat de naar hem genoemde intraneuronale insluitsels overeenkwamen met stappen in de ontwikkelingscyclus van een protozoön.
Ondanks zijn onjuiste etiologische hypothese betekende Negri’s ontdekking een doorbraak in de snelle diagnose van rabiës, en de detectie van Negri lichaampjes, met behulp van een methode ontwikkeld door Anna Wessels Williams, bleef de komende dertig jaar de voornaamste manier om rabiës op te sporen.