Het naviculare bot bij de mens is een van de tarsale botten, gevonden in de voet. De naam is afgeleid van de gelijkenis van het bot met een bootje, veroorzaakt door het sterk concave proximale articulaire oppervlak. De term naviculare of handwortelbeentje werd vroeger gebruikt voor het scafoid, één van de handwortelbeentjes van de pols.
Het naviculare bot bij de mens bevindt zich aan de mediale zijde van de voet, en articuleert proximaal met de talus, distaal met de drie spaakbeenderen, en lateraal met het cuboid.
Het is het laatste van de voetbeenderen dat begint te verbenen en heeft de neiging dit pas te doen aan het einde van het derde jaar bij meisjes en het begin van het vierde jaar bij jongens, hoewel er een grote variatie is gemeld.
De tibialis posterior is de enige spier die aanhecht aan het naviculaire bot. Het belangrijkste deel van de spier grijpt in de tuberositeit van het naviculare bot. Een bijkomend naviculare kan aanwezig zijn bij 2-14% van de algemene bevolking.
Klinisch belangEdit
Het menselijk naviculare is geen vaak voorkomend bot dat breekt, maar het breekt om twee redenen. Het eerste mechanisme is een stressfractuur die vaak voorkomt bij atleten en het andere mechanisme is een hoogenergetisch trauma. Het naviculare is een hoeksteen van de voet: het maakt deel uit van het coxa pedis en articuleert met de talus, de eerste, tweede en derde cuneiforme, het cuboid en de calcaneus. Het speelt een belangrijke rol in de biomechanica van de voet en helpt bij inversie, eversie en beweging; het is een structurele verbinding tussen middenvoet en voorvoet en het maakt deel uit van het lengte- en breedtegewelf van de voet.