Het woord wodka stamt af van het Russische woord voda, dat water betekent. Wodka werd vóór de Tweede Wereldoorlog zelden buiten Europa gedronken, maar zou uiteindelijk veel liefhebbers van sterke drank aantrekken met zijn smaakloze en veelzijdige aantrekkingskracht.
Wodka wordt tegenwoordig gemaakt van veel verschillende dingen, zoals bieten, aardappelen, tarwe en zelfs druiven. Het eindproduct hangt niet zozeer af van de ingrediënten als wel van de productiemethoden. Het is onwaarschijnlijk dat u het verschil proeft, want volgens de wet mag wodka niet eens een kenmerkende smaak hebben, behalve die welke na de distillatie is toegevoegd.
Omdat het wordt gefilterd van veel gevaarlijke chemicaliën en minder nawerking heeft op het lichaam, beschouwen velen wodka als een van de minst gevaarlijke alcoholische dranken. Toch is het, dankzij een alcoholvolume dat varieert van 35 tot 60 procent, een van de krachtigere dranken, in staat om snel en effectief te bedwelmen.
Ironisch gezien is het, in tegenstelling tot de drank zelf, niet echt duidelijk waar wodka is ontstaan, hoewel velen de heldere drank associëren met Rusland. De geboorteplaats wordt ook in verband gebracht met de graanteeltgebieden rond Polen, Oekraïne en Wit-Rusland, alsmede Finland en andere Scandinavische landen. Toch wordt gezegd dat de belasting op wodka in Rusland helpt om een groot deel van de overheidsinkomsten te dekken. Het feit dat de consumptie van wodka in Rusland groter is dan in enig ander land ter wereld, moet daar wel aan bijdragen.
De geboortedatum van wodka wordt geschat op ongeveer de 12e eeuw. Aanvankelijk werd de drank gemaakt voor medische doeleinden, maar pas in de jaren 1350 kreeg hij een reputatie vanwege zijn bedwelmende eigenschappen.
In Rusland geloofde men dat de drank zijn eigen geest bevatte en werd hij gebruikt bij religieuze plechtigheden en evenementen. Een vat met soms meer dan een gallon wodka werd rondgegeven en wie weigerde te drinken, werd als zondig beschouwd. In de jaren 1600 was het de gewoonte om wodka te drinken bij Russische keizerlijke banketten, waar alle maaltijden begonnen met brood en wodka.
Tijdens het bewind van tsaar Peter was het de gewoonte dat elke buitenlandse ambassadeur die het hof bezocht de ‘Beker van de Witte Adelaar’ moest drinken, een mooi eufemisme voor deze drank van wodka, die in totaal maar liefst anderhalve liter van de drank bevatte.