Muktuk is een traditioneel Inuit- en Chukchi-voedsel dat bestaat uit bevroren walvishuid en -spek.
Muktuk wordt meestal gemaakt van de huid en het spek van de Groenlandse walvis, hoewel de beluga en de narwal ook worden gebruikt. Gewoonlijk wordt het rauw gegeten, maar tegenwoordig wordt het soms in fijne blokjes gesneden, gepaneerd, gefrituurd en dan met sojasaus geserveerd. Hoewel hij meestal rauw wordt gegeten, kan hij ook bevroren of gekookt worden gegeten. Als hij rauw wordt gekauwd, wordt de speklaag olieachtig, met een nootachtige smaak; als hij niet in blokjes of ten minste gekarteld wordt, wordt de huid rubberachtig.
In Groenland wordt muktuk (mattak) commercieel verkocht aan visfabrieken, en in Canada aan andere gemeenschappen (muktaaq).
Muktuk blijkt een goede bron van vitamine C te zijn, de opperhuid bevat tot 38 mg per 100 gram. Het werd door Britse poolreizigers gebruikt als een antiscorbuticum. Blubber is ook een bron van vitamine D.
Als walvissen groeien, hoopt kwik zich op in de lever, nieren, spieren en blubber, en cadmium zet zich af in de blubber. Het bevat ook PCB’s, kankerverwekkende stoffen die het zenuwstelsel, het immuunsysteem en het voortplantingssysteem van de mens aantasten, bioaccumuleren vanuit het mariene voedselweb, en een verscheidenheid aan andere verontreinigende stoffen.