Achtergrond: Premature neonaten met kortedarmsyndroom hebben vaak diverterende enterostomieën en distale slijmvliesfistels. De auteurs evalueerden hun ervaring met 12 premature pasgeborenen bij wie de proximale darminhoud werd teruggevoerd in de slijmvliesfistel.
Methoden: Wij bekeken de dossiers van 12 premature pasgeborenen die zich presenteerden met een acuut abdomen en die tussen juli 1999 en december 2002 een darmresectie ondergingen met vorming van een diverterende enterostomie en een mucusfistel. Allen kregen parenterale voeding. Het terugvloeien van de enterostomie-inhoud in de distale slijmvliesfistel werd gestart nadat de doorgankelijkheid van de distale darm was bevestigd door radiologisch onderzoek. Demografische gegevens, lichaamsgewicht en klinische resultaten werden geregistreerd.
Resultaten: De mediane zwangerschapsduur was 31 weken en het gemiddelde geboortegewicht was 1,59 kg. De diagnoses omvatten necrotizerende enterocolitis (n = 6), meconium ileus-achtige aandoeningen (n = 2), ileale atresie (n = 2), malrotatie met volvulus (n = 1) en focale darmperforatie (n = 1). De refeeding werd bij alle patiënten succesvol uitgevoerd zonder complicaties. De gemiddelde duur van de refeeding was 63,5 dagen. Alle patiënten bereikten een goede gewichtstoename na het opnieuw voeden (18,9 +/- 2,9 g/d) met een vermindering van de parenterale voedingseisen. Alle enterostomieën werden vervolgens gesloten. Vier patiënten overleden aan een niet gerelateerde oorzaak na reanastomose en de overige acht werden ontslagen.
Conclusies: Slijmvliesfistel refeeding is veilig bij premature neonaten met enterostomieën. Het kan atrofie in de distale lus voorkomen en latere reanastomose vergemakkelijken. Bovendien kan de verhoogde absorptiefunctie van de dunne darm die in de slijmvliesfistel is opgenomen, de behoefte aan totale parenterale voeding verminderen.