1984-1987: BeginEdit
Eerst opgericht in Berlijn begin 1983, werden ze onverwacht immens populair in het begin van 1985 met “You’re My Heart, You’re My Soul”, waarmee ze top tien posities bezetten in vijfendertig landen inclusief hun thuisland waar de single zes weken achtereen aan de top stond, de single verkocht uiteindelijk acht miljoen exemplaren wereldwijd. Het nummer werd gevolgd door een andere nummer één hit, “You Can Win If You Want”, dat in het midden van 1985 werd uitgebracht van het debuutalbum The 1st Album. Het album werd platina gecertificeerd in Duitsland voor de verkoop van meer dan 500.000 eenheden.
Snel na hun tweede hit, bracht Modern Talking de single “Cheri, Cheri Lady” uit, die ook snel naar de top van de hitlijsten klom in West-Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en Noorwegen, en ondertussen de top tien binnenkwam in Zweden en Nederland. De single, het enige nummer van hun tweede album Let’s Talk About Love, zorgde ervoor dat het album platina werd in West-Duitsland met een verkoop van meer dan 500.000 exemplaren. Het succes werd voortgezet met twee andere nummer één singles, “Brother Louie” en “Atlantis Is Calling (S.O.S. for Love)”, beide van het derde album, Ready for Romance. Het duo kwam ook hoog in de hitlijsten met hun zesde single “Geronimo’s Cadillac” van het vierde album In the Middle of Nowhere, en “Jet Airliner” van hun vijfde album Romantic Warriors.
Door hun matig ontvangen zesde album, kondigde Bohlen het einde van het project aan tijdens een interview, terwijl Anders in Los Angeles was. Dit leidde tot nog meer vijandigheid tussen de twee, die een tumultueuze en ruziënde relatie hadden gehad, zelfs als ze samen waren. Volgens Bohlen was de belangrijkste reden voor het uiteenvallen van de groep Anders’ toenmalige vrouw Nora, die weigerde dat haar man werd geïnterviewd door vrouwelijke verslaggevers, en voortdurend grote veranderingen eiste in shows, video’s of opnames, een feit dat Anders later in zijn biografie toegaf. Na een laatste telefoongesprek waarin beide mannen elkaar zwaar beledigden, weigerden ze nog meer dan 10 jaar met elkaar te spreken.
Tijdens deze periode had Modern Talking succes in Europa, Azië, Zuid-Amerika, het Midden-Oosten en in Iran. In het Verenigd Koninkrijk kwamen ze slechts één keer in de top vijf, met het nummer “Brother Louie”. In 1985 tekende RCA Modern Talking voor een US deal en brachten hun eerste album uit in de US, maar ze bleven zo goed als onbekend in Noord-Amerika, ze verschenen nooit in de US charts. Ze brachten twee albums per jaar uit tussen 1985 en 1987, terwijl ze ook hun singles promoten op televisie in heel Europa, en verkochten uiteindelijk vijfenzestig miljoen platen binnen drie jaar.
Bijzonder opmerkelijk is dat Modern Talking één van de eerste Westblok bands was in de Koude Oorlog die officieel hun platen mochten verkopen in de Sovjet Unie, als onderdeel van Mikhail Gorbachev’s Glasnost hervormingen in 1986. Als gevolg daarvan hebben ze nog steeds een grote fanbase in Oost-Europa.
Tussen 1987 en 1997Edit
Meteen nadat het duo splitste in het midden van 1987, vormde Bohlen zijn eigen project genaamd Blue System en genoot van een aantal hoge hitparade posities, met nummers als “Sorry Little Sarah”, “My Bed Is Too Big”, “Under My Skin”, “Love Suite”, “Laila” en “Déjà vu”. Ondertussen ging Anders solo, toerde onder de naam Modern Talking op verschillende continenten tot het begin van 1989, toen hij begon met het opnemen van wat van zijn nieuwe pop-achtige materiaal in LA en Londen, en ook in zijn geboorteland. Anders nam vijf solo-albums op in het Engels, Different, Whispers, Down on Sunset, When Will I See You Again en Souled, en een van zijn albums werd ook opgenomen in het Spaans Barcos de Cristal. Hij had meer succes in het buitenland dan in eigen land, maar toch bereikte hij ook in Duitsland verschillende hits. Ondanks alle ruzies en onenigheden die Bohlen en Anders in het verleden met elkaar kregen, begonnen ze weer contact te houden nadat Anders in 1994 terug verhuisde naar Koblenz, Duitsland.
1998-2003: ReünieEdit
In het begin van 1998 kwam het duo weer bij elkaar en hadden in maart hun eerste optreden samen in het Duitse tv-programma Wetten, dass…? Ze brachten een geremixte versie uit van hun single “You’re My Heart, You’re My Soul” uit 1984, met Eric Singleton op de rapvocalen. Hun eerste comeback album Back for Good, dat vier nieuwe tracks bevatte, alsmede alle eerdere hits geremixt met moderne technieken, stond vijf weken op rij op nummer één in Duitsland en wist in vijftien landen de top van de hitlijsten te bereiken, waarbij uiteindelijk alleen al in Europa drie miljoen exemplaren werden verkocht. Het duo won de prijs voor Best Verkopende Duitse Band op de World Music Awards dat jaar. Het vervolgalbum Alone ging ook meteen naar nummer één in Duitsland en was ook elders zeer succesvol; het album wist alleen al in Europa meer dan een miljoen stuks te verkopen.
Bohlen en Anders volgden het Modern Talking-patroon van de jaren tachtig, want ze kozen ervoor om van elk album twee singles uit te brengen, zoals in het verleden. Een reeks singles en nog vier albums volgden zoals Year of the Dragon, America, Victory en Universe. Nadat ze wereldwijd al meer dan 400 gouden en platina awards hadden verzameld, besloten Bohlen en Anders in 2003 weer uit elkaar te gaan, vlak voor de release van een nieuwe best-of compilatie. De tweede breuk leek vooral te zijn veroorzaakt door het negatieve beeld dat Bohlen van Anders schreef in zijn autobiografie die op 4 oktober 2003 verscheen. In de loop van alle ruzies die het duo uiteindelijk tot de breuk dreven, was Bohlen betrokken bij Deutschland sucht den Superstar (DSDS), de Duitse editie van het Britse Pop Idol. In 2003 werd een compilatiealbum uitgebracht met de titel The Final Album, waarop alle singles van het duo stonden. Thomas Anders begon onmiddellijk na het einde van Modern Talking aan een andere solocarrière, terwijl Bohlen inmiddels het grootste deel van zijn tijd was gaan besteden aan nieuwe talenten, met name die welke hij bij DSDS had ontdekt.