Minoïsch, lid van een niet-Indo-Europees volk dat in de Bronstijd (ca. 3000-c. 1100 vC) op het eiland Kreta tot bloei kwam. De zee was de basis van hun economie en macht. Hun verfijnde cultuur, gevestigd in Knossos, werd genoemd naar de legendarische koning Minos. Zij vertegenwoordigde de eerste hoge beschaving in het Egeïsche gebied. De Minoërs oefenden grote invloed uit op de Myceense cultuur van de Griekse eilanden en het vasteland. De Minoïsche cultuur bereikte haar hoogtepunt rond 1600 v. Chr. en stond bekend om haar steden en paleizen, uitgebreide handelscontacten en het gebruik van het schrift (zie Lineair A en Lineair B). De kunst omvatte uitgebreide zegels, aardewerk en, met name, de levendige fresco’s die de paleismuren versierden en die zowel religieuze als wereldlijke scènes afbeeldden, waaronder godinnen die een weerspiegeling vormden van een matriarchale religie. Paleisruïnes tonen sporen van geplaveide straten en waterleidingen. Bekende Minoïsche kunstmotieven zijn de slang (symbool van de godin) en de stier en de springende danseres, ook van mystieke betekenis.
Britannica Quiz
Ancient Civilizations: Feit of Fictie?
Waren de vroegste beschavingen van Griekenland Egeïsche genoemd? Zijn de oude wereldwonderen bewaard gebleven? Test hoe ver de wortels van je kennis gaan in deze quiz over oude beschavingen.