Ik ben een geleerde van Mexicaanse literatuur en cultuur, wat betekent dat ik academisch ben opgegroeid met het bestuderen van romans en korte verhalen die in het Spaans zijn geschreven door mensen in Mexico. Mijn vroege onderzoek werd ingegeven door mijn inzicht in de doperse traditie – het ging over de onderdrukking door de staat van gemarginaliseerde mensen in de Mexicaanse geschiedenis en literatuur, en hoe literatuur ons helpt ons voor te stellen alternatieve vormen van gemeenschap te creëren. Uiteindelijk is dat onderzoek uitgemond in een boek, The National Body in Mexican Literature
Ik heb er altijd van genoten Spaans te studeren en over de Mexicaanse geschiedenis te leren. De verhalen die ik las en analyseerde waren esthetisch en politiek interessant. Ik had ook enkele banden met Latijns-Amerika. Mijn moeder was geboren in Paraguay, waar haar ouders werkten voor de Mennonite Brethren Church, en mijn vader had veel familieleden in heel Latijns Amerika. Deze Nederduits sprekende mennonieten migreerden vanuit Canada naar Mexico en vervolgens naar Belize, Bolivia en andere landen. Sommigen hadden tientallen jaren in Latijns Amerika doorgebracht en migreerden terug naar Ontario of Alberta. Hij werkte ook jarenlang aan de papieren voor het staatsburgerschap van mensen, als onderdeel van zijn werk voor het Mennonite Central Committee. Deze mennonitische banden met Latijns-Amerika hadden niet veel te maken met Spaans – ook al zijn er veel mennonieten in Latijns-Amerika die Spaans en inheemse talen spreken.
Deze onderzoeksgebieden kwamen samen in het boek Liminal Sovereignty: Mennonites and Mormons in Mexican Culture. Het vergelijkt mennonieten met mormonen, omdat mennonieten ook met mormonen verward worden in de media, archiefdocumenten, en populaire cultuur. In Mexico worden mennonieten gewoonlijk verward met de meest conservatieve mensen van de Oude Kolonie, die paard en wagen gebruiken als hun vorm van vervoer. (Dit is net zo juist als zeggen dat de meeste mennonieten in de VS Amish zijn). De mennonieten zijn het bekendst op het witte doek in de film Silent Light van Carlos Reygadas. Zij zijn ook te zien geweest op de Mexicaanse televisie, in Los héroes del norte. Zij komen voor op archieffoto’s en in documenten die betrekking hebben op landaanspraken en daaruit voortvloeiende conflicten.
Een van de boeiendste voorbeelden van mennonitische immigratie naar Mexico zijn de 4000 registratiekaarten in de Mexicaanse archieven. Tussen 1926 en 1951 moesten alle buitenlanders in Mexico zich laten registreren bij de federale regering. Deze documenten zijn anders dan verhalen van kerkleiders, of algemene verhalen over immigratie, omdat zij het leven van gewone mensen portretteren, en ons in staat stellen ons voor te stellen hoe hun leven eruit zou kunnen hebben gezien. Het volgende is een bewerking van mijn onderzoek naar de registratiekaarten die Mexico in deze periode gebruikte.
De eis tot registratie kwam voort uit de wens van de Mexicaanse regering om de controle over het Mexicaanse grondgebied te verstevigen. Zij had pas in 1917 een nieuwe grondwet aangenomen en begon, onder invloed van José Vasconcelos en andere denkers, een doctrine van rassenvermenging of mestizaje te propageren. De immigranten moesten deel gaan uitmaken van deze nieuwe visie op Mexico.
Katharina Bueckert Epp’s registratiekaart
Katharina Bueckert Epp’s kaart geeft ons een opmerkelijk inzicht in het leven van deze vrouw, en in wat de Mexicaanse regering belangrijk vond. De kaart geeft informatie over haar fysieke verschijning en haar binnenkomst in Mexico. We zien dat zij zich in 1933 liet registreren als vreemdelinge die in Mexico woonde, en dat zij dertig jaar oud was. Zij was een van de vroegkomers van de Mennonieten in Mexico, die in 1922 vanuit de VS de grens overstaken. Zij was ongehuwd en haar beroep was haar huis, vrijwel zeker haar ouderlijk huis; voorts dat haar eerste taal Duits was en dat zij geen andere taal sprak. Haar nationaliteit was Canadees en haar godsdienst was Mennonitisch. Zij zou wonen in Campo 5, dat de Mennonieten Grünthal noemden. Dit was in de Manitoba kolonie, vlakbij de stad Cuauhtémoc, Chihuahua. De kaart bevat, zoals we kunnen zien, ook een foto. Op de foto is haar jurk donker en lijkt zij geen kraag te hebben, hetgeen in overeenstemming is met wat van vrouwen in de Oude Kolonie werd verwacht. Haar haar, met een scheiding in het midden, is naar achteren gekamd en in een knot gebonden. De manier waarop zij haar naam heeft geschreven, gelijkend op het handgeschreven gotische Duitse schrift dat zij op school leerde, is niet zelfverzekerd. Haar gezichtsuitdrukking suggereert dat ze geen interesse had in het dan langdurige fotograferen. We weten niets over haar hoop of dromen of hoe ze zich voelde over Mexico. We zien wel dat ze probeerde haar leven te presenteren in overeenstemming met de waarden van haar kerk, en dat de Mexicaanse regering probeerde een manier te vinden om haar in de samenleving op te nemen.