Een revolutie in de schoonheidsindustrie vond plaats in het begin van de jaren 1920 toen een groep vrouwelijke Afro-Amerikaanse uitvinders producten en procédés ontwikkelden met de bijzondere behoeften van zwarte vrouwen in het achterhoofd. Het doel was hen te helpen zich goed te voelen over hun uiterlijk en een begin te maken met het verbeteren van hun maatschappelijke status in de Verenigde Staten en de rest van de wereld.
Marjorie Stewart Joyner was zo’n vrouw. Als kleindochter van een slavin en een blanke slaveneigenaar, werd zij op 24 oktober 1896 geboren in Monterey, Virginia, in het Blue Ridge Mountains gebied van de staat. In 1912 verhuisde ze naar Chicago, en kort daarna begon ze cosmetologie te studeren. In 1916 werd zij de eerste Afro-Amerikaanse die afstudeerde aan de A.B. Molar Schoonheidsschool in Chicago. Dat jaar, op 20-jarige leeftijd, trouwde ze met de podoloog Robert E. Joyner en opende haar salon.
In Chicago ontmoette Joyner een andere bekende en invloedrijke schoonheidsspecialiste en zakenvrouw, mevrouw C.J. Walker, die het Walker Hair Care System had uitgevonden en over het hele land schoonheidsscholen opende. Walker overleed in 1919, en een jaar later trad Joyner in dienst bij Madame C.J. Walker Beauty Colleges als nationaal supervisor. In deze functie hield Joyner toezicht op meer dan 200 schoonheidsinstituten.
Een paar jaar later kwam Joyner met een baanbrekend apparaat van haarzelf, de permanente golf machine. In die tijd waren Afro-Amerikaanse vrouwen gewend hun haar steil te maken met een zeer hete krultang. Het proces was erg langzaam en oncomfortabel omdat er maar één tang tegelijk werd gebruikt. Joyner dacht dat er een manier moest zijn om dit te verbeteren.
Het idee kwam bij haar op toen ze op een middag in haar keuken een stoofpot aan het maken was. Ze keek naar het gebraad, dat bij elkaar werd gehouden en van binnenuit werd verwarmd met een aantal lange, dunne staven. Ze stelde zich een gelijkaardig systeem voor waarbij verschillende staven boven het hoofd van een klant gehangen zouden worden om verschillende secties van haar haar in één keer op te rollen. Dan zouden ze verwarmd kunnen worden om een permanente golf of krul in haar haar te “koken”. Ze wist dat zo’n kapsel minstens een paar dagen zou blijven zitten.
In 1926 begon ze te experimenteren met echte pot roast staven en een ouderwetse luchtdroger kap. Al snel had ze een uitvoerbaar prototype. Ze patenteerde de uitvinding in 1928 en kreeg U.S. patent No. 1,693,515. In 1929 patenteerde Joyner ook een hoofdhuidbeschermer om de procedure comfortabeler te maken. Haar rechten hierop en op de “Permanent Waving Machine” werden overgedragen aan Madam Walker.
Joyner’s uitvinding werd snel overgenomen door salons, die zowel zwarte als blanke klanten konden helpen met het steil maken of krullen van hun haar. Joyner ontving geen substantiële vergoeding voor haar uitvinding, maar ze heeft gezegd dat dit haar nooit heeft gestoord. Ze bleef baanbrekend in de schoonheidsindustrie en was medeoprichtster van de United Beauty School Owners and Teachers Association in 1945. Dat jaar richtte ze ook de Alpha Chi Pi Omega Sorority and Fraternity op om de professionele normen voor schoonheidsspecialisten te helpen verhogen. Op 77-jarige leeftijd besloot ze naar de universiteit te gaan. In 1973 behaalde ze een bachelorgraad in psychologie aan het Bethune-Cookman College in Daytona Beach, Fla.
Gedurende haar hele leven was Joyner ook toegewijd aan gemeenschapsdienst. Ze was actief in haar kerk, bij beroepsorganisaties voor de schoonheidsindustrie en bij organisaties als Defender Charities in Chicago.
Ze overleed op 27 december 1994, 98 jaar oud.