Mangrove slang, (geslacht Boiga), ook wel kat-oog slang of katslang genoemd, een van de ongeveer 30 soorten (familie Colubridae) van zwak giftige, achter-tandige slangen, variërend van Zuid-Azië tot Australië. Ze voelen zich thuis op de grond en in bomen; vele vangen ’s nachts vogels. Omdat zij elliptische pupillen hebben en soms groenogig zijn, worden zij soms kat- of kattenoogslangen genoemd. De kop is breed en driehoekig, en het lichaam varieert van lang en slank tot matig stevig.
De zwart-gele mangrove slang (B. dendrophila) van het Maleisisch schiereiland tot de Filippijnen is zwart, met smalle gele strepen en gele lippen en keel. Hij kan 2,5 meter lang worden. De meeste Boiga soorten bereiken een lengte van 1,5 meter en zijn sterk boombewonend, hoewel ze ook op de grond zeer mobiel zijn. Jonge boiga’s jagen gewoonlijk op hagedissen en volwassen boiga’s jagen regelmatig op knaagdieren. Voor sommige soorten zijn vogels de belangrijkste prooi. Mangrove slangen zijn eierleggers die bescheiden legsels van 4-12 eieren produceren. Zie katslang.