The Origins of the Protector Mahakala
bron: Karmapa officiële website door Khenpo Garwang >klik hier voor volledige context en tekst
Gelong Deway Khorlo (Bhikshu Rad van Vreugde) behoorde tot het gevolg van een vorige Boeddha genaamd Sangye Tsuktorchan (Boeddha met een Ushnisha). De bhikshu had speciale cognities ontwikkeld en kon ook wonderen verrichten. Trots op zijn bekwaamheden wedijverde hij met de Boeddha en natuurlijk verloor hij, hetgeen hem zeer teleurstelde. Toen verscheen de god Shiva en zei tegen hem: “Als je bidt om als mijn zoon geboren te worden, zal ik je heerschappij geven over de drie rijken.” Omdat hij zo wanhopig graag de overwinning wilde behalen, bad de bhikshu tot Shiva. Sangye Tsuktorchan wist dit echter en zei tegen de bhikshu: “Behalve voor wat tijdelijk geluk, heeft geboren worden als Shiva’s zoon weinig voordeel.” Dus bekende de bhikshu zijn fouten, en de Boeddha voorspelde dat hij geboren zou worden als Shiva’s zoon, de vastberadenheid zou opwekken om volledig ontwaakt te worden ten bate van anderen, en uiteindelijk verlicht zou worden als de Boeddha Telway Wangpo.
Na de voorspelling van de Boeddha, werd de bhikshu herboren als de zoon van Shiva en Umadevi. Zijn huid was zeer donker, zijn verschijning angstaanjagend en zijn macht groot, dus kreeg hij de naam Mahakala, De Grote Zwarte. Zijn zuster heette Remati. Hij zwierf door de drie werelden en kwam naar Bodhgaya toen de Boeddha volledig ontwaakte. Daar ging Mahakala de verbintenis aan om de leringen van de Boeddha te bewaken, en werd een machtige beschermer voor oprechte beoefenaars.
De verbinding van de Karmapa met Mahakala
In India werden de leringen over Mahakala (ook bekend als Bernakchan) door de Boeddha gegeven, maar ze moesten wachten op de juiste tijd om te worden geopenbaard en verspreid. Bijna duizend jaar later verbleef een van de grote mahasiddhas, Dombi Heruka (achtste tot negende eeuw), op het kerkhof van Hahadropa. Mahakala en zijn gevolg verschenen duidelijk aan de Heruka en bevestigden opnieuw zijn verbintenis om de leringen te beschermen. Dombi Heruka vroeg hem: “Waar zijn de sadhana’s voor uw beoefening?” En Mahakala antwoordde dat ze te vinden waren in de terrasvormige trappen van een bepaalde stupa. Dombi Heruka haalde vervolgens de teksten tevoorschijn en verspreidde deze leringen en praktijken in India.
De overdracht van Mahakala’s praktijken kwam naar Tibet via de vertaler Zangkar Lotsawa (Zangsdkar lo tsa ba, ook bekend als Mal gyo). Toen hij naar India ging, verscheen, ondanks dat Dombi Heruka was overleden, zijn wijsheidslichaam aan Zangkar Lotsawa. Dombi Heruka gaf hem de transmissie van Mahakalatantras, inclusief de empowerments en de sadhanas. Deze transmissie ging uiteindelijk over op Pomdrakpa, die een van de belangrijkste leraren was van de Tweede Karmapa, Karma Pakshi (1206-1283). Door de eeuwen heen is deze transmissie doorgegeven tot op de dag van vandaag.
Karma Pakshi schreef vele sadhana’s voor Mahakala, en een van de belangrijkste was “De Drie Cycli van de Beschermer,” die alle instructies bevatte voor hoe te mediteren, hoe te chanten, enzovoorts. Karma Pakshi zei dat de Zwarte Hoed Lama (de Karmapa) en de Beschermer met de Zwarte Mantel onafscheidelijk zijn. Als lama is hij de Karmapa, en als degene die de leringen bewaakt en verspreidt, is hij de Beschermer Bernakchan. En dus maakt het geen verschil of er een afstammingslijn bestaat of niet tussen Karmapa en Mahakala, want ze zijn niet verschillend. Karma Pakshi zei dat als men bewijs wilde van hun verbondenheid, men alleen maar hoefde te kijken naar de leringen van de Karmapa, die bloeiden dankzij de activiteit van Mahakala.
In zijn spirituele biografie illustreren verschillende gebeurtenissen hun verbondenheid. Karma Pakshi vertelt dat op een keer “de mandala van Mahakala’s gezicht in een visioen verscheen; het bedekte de aarde en de hemel en bleef een hele dag aanwezig. Verder verschenen Mahakala’s ogen als zonnen en manen; ontelbare stralen van licht verzamelden zich in grote massa’s; en een donderende HUM bulderde uit zijn mond. Er ontstond een grenzeloze activiteit om al het schijnbare bestaan te overstemmen. Daarna ging Karma Pakshi naar het land van Korig waar hij velen genas die ziek, kreupel of gehandicapt waren, gewoon door hen te slaan, en zo verspreidde zijn roem als een gerealiseerde meester zich in alle richtingen.”
(Uittreksel uit De Levensverhalen van de Karmapas door Khenpo Sherap Phuntsok.)