Abstract
De gevoeligheid van een lichaam voor het verkrijgen van een magnetisch moment bij blootstelling aan een magnetisch veld, H a , is de magnetische gevoeligheid, χ Ξ M/H a , waarbij M de magnetisatie is. In het niet-gerationaliseerde eenhedenstelsel c.g.s. dat gewoonlijk door natuurkundigen en scheikundigen bij de bestudering van dit onderwerp wordt gebruikt, wordt de inductie, B, in het hemellichaam gegeven door B = H a + 4πM zodat de permeabiliteit, µ Ξ B/H a , gelijk is aan 1 + 4πχ v . De superscript, v, wordt hier gebruikt om een “hoeveelheid per volume-eenheid (cm3)” aan te geven. Andere vaak gebruikte berekenings- en meetmethoden zijn de gram en de mol, waarvan de gevoeligheden hier respectievelijk worden aangeduid met χg en χ. Dit laatste symbool, zonder afkorting, zal ook in het algemene geval worden gebruikt (net zoals de warmtecapaciteit de algemene tegenhanger is van de soortelijke warmte, die in het volgende hoofdstuk wordt besproken). In het c.g.s.-e.m.u.-systeem, waarin de magnetische susceptibiliteit wordt uitgedrukt in e.m.u. per eenheid massa, volume, enz., is de eenheid van e.m.u. cm3; χ v is dus dimensieloos.