Lydia Maria Child, née Lydia Maria Francis, (geboren 11 februari 1802, Medford, Massachusetts, V.S.-gestorven 20 oktober 1880, Wayland, Massachusetts), Amerikaanse schrijfster van anti-slavernij werken die grote invloed hadden in haar tijd.
Geboren in een abolitionistische familie, werd Lydia Francis in haar opvoeding vooral beïnvloed door haar broer, een Unitarisch geestelijke en later een professor aan de Harvard Divinity School. In de jaren 1820 gaf zij les, schreef historische romans en richtte een tijdschrift voor kinderen op, Juvenile Miscellany (1826). In 1828 trouwde ze met David L. Child, een redacteur. Nadat ze in 1831 de abolitionist William Lloyd Garrison had ontmoet, wijdde ze haar leven aan het abolitionisme.
Childs bekendste werk, An Appeal in Favor of That Class of Americans Called Africans (1833), behandelde de geschiedenis van de slavernij en stelde de ongelijkheid van onderwijs en werkgelegenheid voor zwarten aan de kaak; het was het eerste werk van deze strekking dat in boekvorm werd gepubliceerd. Als gevolg daarvan werd Child sociaal verbannen en ging haar tijdschrift in 1834 ter ziele. Het boek slaagde er echter wel in veel mensen aan te zetten zich aan te sluiten bij de abolitiebeweging. Childs verdere abolitionistische inspanningen bestonden onder meer uit het redigeren van de National Anti-Slavery Standard (1841-43) en later het transcriberen van de herinneringen van bevrijde slaven.
In 1852 vestigden de Childs zich permanent op een boerderij in Wayland, Massachusetts. Ze bleven met een klein inkomen royaal bijdragen aan de abolitiebeweging. Tot Childs andere werk behoorden boeken met adviezen voor vrouwen, zoals The Frugal Housewife (1829), en boeken ten behoeve van de Amerikaanse Indianen. Tot haar latere boeken behoorden drie delen: Flowers for Children (1844-47), Fact and Fiction (1846), The Freedmen’s Book (1865), en An Appeal for the Indians (1868). Haar brieven zijn gebundeld in Lydia Maria Child, Selected Letters, 1817-1880 (1982).