Op 7 maart 1942 werd het eenvoudige huis van de 89-jarige Lucy Gonzales Parsons in North Troy Street in Chicago door brand overspoeld. Hiermee kwam een einde aan een leven dat was gewijd aan de bevrijding van werkende vrouwen en mannen over de hele wereld van het kapitalisme en raciale onderdrukking. Als dynamische, militante, zelfopgeleide spreekster en schrijfster werd zij de eerste Amerikaanse vrouw van kleur die haar kruistocht voor het socialisme door het hele land en overzee voerde. Lucy Gonzales begon haar leven in Texas. Zij was van Mexicaans-Amerikaanse, Afro-Amerikaanse en inheems-Amerikaanse afkomst en geboren in de slavernij. Het pad dat zij koos na de emancipatie leidde tot conflicten met de Ku Klux Klan, hard werken, pijnlijke persoonlijke verliezen, en vele nachten in de gevangenis. In Albert Parsons, een blanke man wiens Waco Spectator de Klan bestreed en sociale en politieke gelijkheid voor Afrikaanse Amerikanen eiste, vond zij een knappe, toegewijde zielsverwant. De blanke suprematie krachten in Texas beschouwden het paar gevaarlijk en hun huwelijk illegaal, en verdreven hen al snel uit de staat.
Lucy E. Parsons, gearresteerd voor rellen tijdens een werkloosheidsprotest in 1915 in het Hull House in Chicago, Ill. Met dank aan de Chicago Historical Society.
Lucy en Albert bereikten Chicago, waar ze een gezin stichtten en zich in twee nieuwe militante bewegingen stortten, een om sterke industriële vakbonden op te bouwen en de andere om te ageren voor het socialisme. Lucy concentreerde zich op het organiseren van werkende vrouwen en Albert werd een beroemde radicale organisator en spreker, een van de weinige belangrijke vakbondsleiders in Chicago die geen immigrant was.
In 1886 stapte het echtpaar met hun twee kinderen Michigan Avenue op om 80.000 arbeiders aan te voeren in ’s werelds eerste May Day parade en een eis voor de achturige werkdag. Een nieuwe internationale feestdag was geboren toen meer dan 100.000 mensen ook in andere Amerikaanse steden marcheerden. Tegen die tijd had de rijke industriële en bankierselite van Chicago Albert en andere radicale figuren op de korrel genomen om de groeiende vakbeweging te onthoofden. Een protestbijeenkomst waartoe Albert opriep enkele dagen na de Dag van de Arbeid, werd bekend als de Haymarket Riot toen zeven politieagenten in Chicago omkwamen bij een bomaanslag. Er is nooit bewijs gevonden dat de maker of ontploffer van de bom aanwijst, maar Parsons en zeven geïmmigreerde vakbondsleiders werden gearresteerd. Terwijl de media patriottisme en law-and-order-vurst aanwakkerde, werden de acht door een gemanipuleerd rechtssysteem in allerijl veroordeeld en ter dood veroordeeld.
Toen Lucy de campagne voor een nieuw proces leidde, noemde een ambtenaar in Chicago haar “gevaarlijker dan duizend oproerkraaiers”. Toen Albert en drie andere kameraden werden geëxecuteerd en vier anderen tot gevangenisstraf werden veroordeeld, was de beweging voor industriële vakbonden en de achturige werkdag onthoofd. Lucy, verre van ontmoedigd, versnelde haar acties. Hoewel ze Albert had verloren en twee jaar later haar jonge dochter door ziekte verloor, zette Lucy haar kruistocht tegen kapitalisme en oorlog voort, en om “de Martelaren van Haymarket” vrij te pleiten. Ze leidde arme vrouwen naar rijke buurten “om de rijken op hun stoep te confronteren”, daagde politici uit op openbare bijeenkomsten, marcheerde op staketsels, en bleef toespraken houden en politieke traktaten schrijven voor arbeidersgroepen ver buiten Chicago.
Lucía González de Parsons door Carlos Cortez, Linosnede, 1986 Chicago, Ill. 90 x 61 cm #2277. Klik op de afbeelding voor de bio van de kunstenaar en de website van het Center for Political Graphics met informatie over bestellen en toestemming voor herdrukken.
Hoewel Lucy directe actie had gerechtvaardigd tegen diegenen die geweld gebruikten tegen arbeiders, stelde ze in 1905 een heel andere strategie voor. Zij was een van de slechts twee vrouwelijke afgevaardigden (de andere was Moeder Jones) onder de 200 mannen op de oprichtingsconventie van de militante Industriële Arbeiders van de Wereld (IWW) en de enige vrouw die het woord nam. Eerst bepleitte ze een maatregel die haar na aan het hart lag toen ze vrouwen “de slaven der slaven” noemde en er bij de IWW-afgevaardigden op aandrong te strijden voor gelijkheid en onderbetaalde vrouwen lagere vakbondscontributies te geven.
In een langere toespraak riep ze op tot het gebruik van geweldloosheid die een brede betekenis zou hebben voor de protestbewegingen van de wereld. Ze vertelde de afgevaardigden dat arbeiders niet moesten “staken en naar buiten gaan en verhongeren, maar staken en binnen blijven en bezit nemen van het noodzakelijke bezit van de productie.” Een jaar later pleitte Mahatma Gandhi in het Empire Theater in Johannesburg voor geweldloosheid om het kolonialisme te bestrijden, maar hij was nog 25 jaar verwijderd van het leiden van mede-Indiërs in geweldloze marsen tegen de Britse overheersers van India. Uiteindelijk reisde het principe van Lucy Parsons naar de Amerikaanse sit-down stakers van de jaren 1930, Dr. King en de Civil Rights Movement van de jaren 1950 en 1960, de anti-oorlogsbewegingen die volgden, en uiteindelijk naar de Arabische lente van vandaag en de Occupy-bewegingen.
Dit klassieke lied werd geschreven voor een mars geleid door Lucy Parsons.
Lucy was een onverbiddelijke agitator, leidde picket lines en sprak voor arbeiderspubliek in de Verenigde Staten, en vervolgens voor vakbondsbijeenkomsten in Engeland. In februari 1941, arm en levend van een blindenpensioen, vroeg de Farm Equipment Workers Union aan Lucy Parsons om een inspirerende toespraak te houden voor haar arbeiders, en een paar maanden later reed ze als eregast mee op de praalwagen van de May Day parade. Federale en lokale politieagenten arriveerden bij het verwoeste Parsons huis om er zeker van te zijn dat haar nalatenschap met haar zou sterven. Ze doorzochten het wrak, namen haar uitgebreide bibliotheek en persoonlijke geschriften in beslag en gaven ze nooit terug. Lucy Parsons’ vastberaden poging om de onderdrukten te verheffen en te inspireren om het heft in eigen hand te nemen, bleef levend onder degenen die haar kenden, hoorden en liefhadden. Maar weinigen zijn zich vandaag bewust van haar inzichten, moed en vasthoudendheid. Ondanks haar vruchtbare geest, schrijf- en redenaarstalent, en opvallende schoonheid, heeft Lucy Parsons geen plaats gevonden in schoolteksten, lesprogramma’s of Hollywood films. Toch heeft ze een prominente plaats verworven in de lange strijd voor een beter leven voor werkende mensen, voor vrouwen, voor gekleurde mensen, voor haar land en voor haar wereld.
William Loren Katz bewerkte dit essay uit zijn bijgewerkte en uitgebreide editie van Black Indians: A Hidden Heritage (Atheneum, 2012). Website: williamlkatz.com.