LocationEdit
Het hoofdkantoor van het bedrijf was gevestigd in het centrum van Clearwater, Florida. Veel beheerders weigerden de groep de toegang tot hun gebouwen nadat ze benaderd waren door leden van Scientology. Uiteindelijk kocht de groep een gebouw op 33 N Fort Harrison Ave, dat 9 meter verwijderd was van Scientology gebouwen. Scientology bood aan het gebouw uit te kopen van Minton, maar de beheerder weigerde.
PicketingEdit
Het bedrijf hield zich regelmatig bezig met pickets in het centrum van Clearwater. Op de verjaardag van Lisa McPherson’s dood in 1999, gebruikte de groep een projector om een boodschap op de zijkant van het Fort Harrison Hotel te projecteren, die luidde: “Lisa McPherson: We zullen je nooit vergeten.” Er werd snel een verbod op de groep uitgevaardigd en er werd een verboden zone ingesteld voor Scientology gebouwen. Leden van de kerk en leden van de trust werden ook bevolen om ten alle tijden 3 meter afstand van elkaar te houden. In 2001 werd dit verbod uitgebreid door een rechter. Het nieuwe bevel verbood beide partijen te schreeuwen, te roepen, te fluiten, te zingen, op een hoorn te blazen of op een ander lawaaimaker te blazen, of op andere wijze lawaai te maken dat “redelijke personen met normale gevoeligheden” zou storen. Ook werd de verboden zone uitgebreid met het gebied aan de overkant van de eetzaal van Scientology. De nieuwe order eiste ook dat leden van de Trust de politie een uur van te voren op de hoogte brachten van een picket.
Om deze uitspraak te handhaven, schilderde de stad Clearwater twee witte lijnen over Watterson Avenue, met de mededeling dat zolang Scientologen bussen aan het laden of lossen waren in het gebied, het personeel en de leden van de Trust het gebied niet mochten betreden.
Juridische problemenEdit
Eind 2001 noemde Scientology de Lisa McPherson Trust als medegedaagden in een zaak die ze hadden aangespannen tegen de nalatenschap van Lisa McPherson.
Status met winstoogmerkEdit
Bob Minton beweerde dat de trust een winstoogmerk had om financiële en andere gegevens te kunnen verbergen voor de Scientology Kerk. Scientologen beweerden dat de winstoogmerk status bewees dat de groep was opgericht om Minton in staat te stellen de bijna 2,5 miljoen dollar die hij in de oprichting van de groep had gestoken terug te krijgen.