Definitie
naamwoord, meervoud: leucoplasten
Een plastide die fotosynthetische pigmenten ontbeert en betrokken is bij diverse biosynthetische functies
Aanvulling
Plastiden zijn organellen die betrokken zijn bij de synthese en opslag van voedsel. Zij worden aangetroffen in de cellen van fotosynthetische eukaryoten. In planten kunnen de plastiden zich in deze vormen ontwikkelen: (1) chloroplasten, (2) chromoplasten, (3) gerontoplasten, en (4) leucoplasten. Bepaalde plastiden hebben het vermogen om van de ene vorm naar de andere te differentiëren. Een voorbeeld hiervan zijn de chloroplasten die tijdens de rijping van een vrucht opnieuw differentiëren in chromoplasten.
Leucoplasten zijn kleurloze of niet-gepigmenteerde plastiden. Zij missen fotosynthetische pigmenten, in tegenstelling tot chloroplasten die chlorofyl (groen pigment) bevatten en chromoplasten die andere fotosynthetische pigmenten bevatten. Leucoplasten worden gewoonlijk aangetroffen in niet-fotosynthetische plantenweefsels, b.v. wortels, zaden, enz. Zij zijn betrokken bij diverse biosynthetische functies. Een van hun voornaamste functies is opslag. En op basis van wat wordt opgeslagen, kunnen leucoplasten worden ingedeeld als (1) amyloplasten (slaan zetmeel op), (2) elaioplasten (slaan vet op), of (3) proteïnoplasten (slaan eiwitten op). Een speciaal type leucoplast, tannosoom genaamd, is essentieel voor de synthese en produktie van tannines en polyfenolen. Naast opslag zijn bepaalde leucoplasten betrokken bij de synthese van vetzuren, sommige aminozuren, en tetrapyrrolverbindingen (bijv. heem)
Woordoorsprong: leukos (wit) + plastos (gevormd, gegoten)
Zie ook:

• plastid
• chloroplast
• chromoplast
• accessoire pigment
• fotosynthese
• amyloplast
• elaioplast
• proteinoplast