Leptis Magna, ook gespeld Lepcis Magna, Punische transliteratie Labqior Lpqi, het moderne Labdah, grootste stad van het oude gewest Tripolitanië. De stad ligt 100 km ten zuidoosten van Tripoli aan de Middellandse-Zeekust van Libië. Leptis ligt 3 km ten oosten van het huidige Al-Khums (Homs) en bevat enkele van de mooiste overblijfselen van de Romeinse architectuur ter wereld. Het werd in 1982 door UNESCO tot werelderfgoed verklaard.
Gesticht al in de 7e eeuw v.Chr. door Feniciërs van Tyrus of Sidon, werd het later gevestigd door Carthagers, waarschijnlijk aan het eind van de 6e eeuw v.Chr. Zijn natuurlijke haven aan de monding van de Wadi Labdah vergemakkelijkte de groei van de stad als een belangrijk handelscentrum in het Middellandse-Zeegebied en over de Sahara, en het werd ook een markt voor de landbouwproductie in het vruchtbare kustgebied. Tegen het einde van de Tweede Punische Oorlog ging de stad in 202 v. Chr. over naar het Numidische koninkrijk van Masinissa, waarvan zij zich in 111 v. Chr. losmaakte en een bondgenoot van Rome werd. In de 1e eeuw v. Chr. behield het echter verschillende van zijn Punische juridische en culturele tradities, waaronder zijn gemeentelijke grondwet en het officiële gebruik van de Punische taal. De Romeinse keizer Trajanus (regeringsperiode 98-117 na Chr.) benoemde Leptis tot een colonia (gemeenschap met volledige burgerrechten). Keizer Septimius Severus (193-211 n.C.), die in Leptis was geboren, verleende de stad het jus Italicum (wettelijke vrijstelling van eigendoms- en grondbelasting) en werd een groot beschermheer van de stad. Onder zijn leiding werd een ambitieus bouwprogramma gestart en werd de haven, die in de 1e eeuw na Christus kunstmatig was vergroot, opnieuw verbeterd. In de daaropvolgende eeuwen begon Leptis echter in verval te raken als gevolg van de toenemende onveiligheid van de grenzen, culminerend in een rampzalige invasie in 363, en de groeiende economische moeilijkheden van het Romeinse Rijk. Na de Arabische verovering van 642 hield de status van Leptis als stedelijk centrum op te bestaan en raakte het in verval.
Opgegraven door zand tot het begin van de 20e eeuw, bewaart Leptis nog steeds sporen van vroeg-Punische structuren in de buurt van het opgegraven omhulsel van zijn amfitheater (56 ce) en zijn oude forum, het hart van de stad in de vroeg-Romeinse tijd. Vanuit deze kern verspreidde de stad zich westwaarts langs de kust en landinwaarts naar het zuiden. Tot de gebouwen uit de tweede eeuw behoren goed bewaard gebleven baden die onder keizer Hadrianus (117-138) werden gebouwd en een circus (renbaan) van zo’n 1.500 voet (460 meter) lang. De grootste overgebleven monumenten werden opgericht tijdens het bewind van Severus. Het stadscentrum werd met de haven verbonden door een 410 meter lange straat met zuilengangen, die uitmondde in een cirkelvormig plein, gedomineerd door een ingewikkeld ontworpen nymphaeum (fonteinhuis). De twee hoofdwegen van Leptis kruisten elkaar onder een massieve vier-weg boog, een tetrapylon, waarop de grootsheid van Severus en zijn familie in een fries was afgebeeld. Tot de andere bouwwerken die in die periode werden opgericht, behoorden een 19 km lang aquaduct, een uitgebreid gebouwencomplex op de linkeroever van de wadi en de jachtbaden, die buitengewoon goed bewaard zijn gebleven, met kleurrijk geschilderde scènes van jachtpartijen (waaronder een 2e- of 3e-eeuws schilderij van een luipaardenjacht) en de nog leesbare namen van geëerde jagers op de muren.
De basiliek, die aan de westkant van de zuilengalerij stond, werd in 216 (vijf jaar na de dood van Severus) ingewijd. Het was een van de grootse gebouwen die in Leptis werden gebouwd. Het was 160 meter lang en 69 meter breed en bestond uit een driebeukige hal met zuilengangen en een apsis aan elk uiteinde. De apsis werd geflankeerd door sierlijk gebeeldhouwde pilasters met voorstellingen van het Leven van Dionysos en de Twaalf Arbeidspogingen van Hercules (beide geliefden van de Severus-familie). Aangrenzend aan de basiliek lag het nieuwe forum, rijkelijk versierd met geïmporteerd marmer en graniet. Een centraal onderdeel van het forum was een tempel ter ere van keizer Severus en de keizerlijke familie.
Vanaf het begin van de 20e eeuw werkten de Libische Oudheidkundige Dienst en groepen Italiaanse archeologen ijverig aan het behoud en de bestudering van de vindplaats. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wilde de Royal Air Force er een radarstation vestigen, maar door tussenkomst van de Britse kunsthistorici en archeologen kolonel Mortimer Wheeler en majoor John Ward-Perkins kon de site worden gered. Veel van de daar gevonden kunstwerken worden tentoongesteld in het nabijgelegen Leptis Magna Museum of in het Al-Saraya Al-Hamra (kasteel) museum voor archeologie en geschiedenis in Tripoli.
Aan het eind van de 20e eeuw werden onder meer Romeinse villa’s aan de rand van Leptis blootgelegd. In de jaren 1990 brachten opgravingen in de stad een Romeins huis aan het licht met een intact watersysteem, waaronder een waterput en ondergrondse waterreservoirs.