Laryngocele verwijst naar verwijding van de saccule van het larynxventrikel en is in de overgrote meerderheid van de gevallen unilateraal.

Op beeldvorming worden deze laesies over het algemeen gekarakteriseerd als goed gedefinieerde, dunwandige, met vloeistof of lucht gevulde cystische laesies in de paraglottische ruimte. De communicatie met de laryngeale ventrikel is niet altijd geïdentificeerd, en een extra laryngeale extensie door het thyrohyoid membraan kan al dan niet aanwezig zijn.

Epidemiologie

Alle laryngoceles zijn unilateraal, slechts acht bilaterale gevallen zijn gemeld in de medische literatuur. De incidentie lijkt gelijk verdeeld te zijn over mannen en vrouwen, en ze komen het meest voor in het midden tot latere leven 8,9.

Klinische presentatie

Wanneer de laesies klein zijn, zijn ze meestal asymptomatisch en worden ze incidenteel ontdekt bij beeldvorming van de hals om andere redenen. De symptomen variëren naargelang de grootte en de uitbreiding van de laesie en kunnen omvatten: keelpijn, dysfagie, stridor, knobbel in de hals en/of luchtwegobstructie.

Pathologie

Laryngoceles zijn meestal eerder verworven dan aangeboren. Ze zijn bekleed met pseudo-gestratificeerd, zuilvormig, gekarteld epitheel. Af en toe kunnen gebieden van gelaagd plaveiselepitheel +/- submucosale sereuze en slijmerige klieren aanwezig zijn.

Classificatie

Drie laryngocele subtypes zijn beschreven 2:

  • intern (of eenvoudig): de uitgezette ventriculaire saccule is beperkt tot de paralaryngeale ruimte; hij wordt ingesloten door het thyrohyoïd membraan (~40%)
  • extern: de saccule hernieert door het thyrohyoïd membraan, en het oppervlakkige deel is uitgezet (~25%)
  • gemengd: met uitgezette interne en externe componenten (~45%)
Risicofactoren

Verhoogde intralaryngeale druk secundair aan:

  • overmatige hoest
  • spelen op houtblazers
  • blazen op glas
  • belemmerende laesie, bijv.b.v. een tumor
  • bevalling: zelden gemeld 7

De vondst van een laryngocele moet aanleiding geven tot het zoeken naar een onderliggend larynxcarcinoom dat de opening van het larynxventrikel belemmert 2. Secundaire laryngocele is de term die gebruikt wordt wanneer een tumor de oorzaak is van een laryngocele.

Radiografische kenmerken

Plain radiograph

Laryngoceles worden op röntgenfoto’s beter gewaardeerd wanneer ze lucht bevatten. In deze gevallen kan een luchtzak worden waargenomen in de bovenste cervicale paralaryngeale weke delen.

CT

Typisch gezien als een goed gedefinieerde, met lucht of vloeistof gevulde laesie die verband houdt met de paraglottische ruimte, die een continuïteit heeft met de laryngeale ventrikel. De uitgebreidheid is uiteraard afhankelijk van het subtype.

De kenmerken van de verzwakking kunnen variëren naargelang de inhoud van de laryngocele, of het nu gaat om lucht, vloeistof en/of mucus.

MRI

Zelfde morfologische kenmerken waargenomen op CT, gewoonlijk:

  • T1: laag signaal
  • T2: hoog signaal
  • T1C+ (Gd): Afwezige tot minimale lineaire perifere versterking; wanneer dikke versterkende wanden aanwezig zijn, overweeg dan pyolaryngocele

Behandeling en prognose

Chirurgische excisie kan noodzakelijk worden als een laryngocele symptomatisch is 5.

Complicaties
  • infectie: geïnfecteerde laryngocele staat bekend als een pyolaryngocele
    • komt voor in ongeveer 8-10% van de laryngoceles 6
    • infectie binnen een laryngocele kan zich uitbreiden naar aangrenzende hoofd- en halsruimten en kan leiden tot supraglottitis
  • verhoogd risico op larynxcarcinoom

Differentiële diagnose

Imaging differentiële overwegingen omvatten:

  • laryngeale cyste
  • thyroglossal duct cyste

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.