Afbeelding geleverd door Animal Photography

De Lambkin is een kruising tussen de kortbenige Munchkin en de Selkirk Rex.

Gezondheid en welzijn van katten met een rex- of draadvacht

Katten met een ‘rex’ of draadvacht hebben haren die gekroesd, gehaakt of gebogen zijn. Deze plooiing heeft meestal ook invloed op de snorharen. Vaak is het haar broos en breekt het gemakkelijk af, zelfs bij zacht borstelen. Er zijn verschillende rassen met dergelijk haar (waarschijnlijk veroorzaakt door verschillende genetische mutaties), dat in sommige gevallen zeer schaars kan zijn. Eén website verwees naar een ruwharig ras als “gemakkelijk vettig” en dit is misschien toevallig een goede beschrijving van één van de problemen waarmee eigenaars en katten moeten omgaan. Bij katten met een normale vacht wordt de olie die nodig is om huid en haar gezond te houden, verspreid langs de schacht van de haren – als er te weinig haar is, verzamelt de olie zich op de huid en kan deze vettig aanvoelen, vlekken maken op meubels of zich ophopen in nagelbedden. De huid kan gevoelig en jeukerig zijn en kan vatbaar zijn voor schimmelinfecties. Katten moeten regelmatig in bad en de vacht en huid hebben speciale verzorging nodig. Ook de oren kunnen gevoelig zijn voor wasachtige aanslag en moeten regelmatig worden schoongemaakt. Katten met blekere vachtkleuren hebben in de zomermaanden wellicht zonnebrandcrème op de oren nodig.

Gezondheid en welzijn van katten met korte poten

Katten (Felis catus) zijn geen diersoort met van nature korte poten. Mutaties die korte poten veroorzaken kunnen schadelijk zijn voor de mobiliteit van de kat en in sommige gevallen kunnen misvormingen aan de poten pijnlijk en invaliderend zijn door de ontwikkeling van abnormale gewrichten.

Ons standpunt over het fokken van katten is dat eerst geen kwaad mag worden gedaan. Als, bij het verkrijgen van dit kortbenige uiterlijk de kat lijdt, dan moet met deze katten niet worden gefokt.

Belangrijk

We hebben de informatie over erfelijke aandoeningen beperkt tot die aandoeningen waarvan bekend en bewezen is dat ze binnen een ras voorkomen. Voor veel fokkers en veel aandoeningen kan op dit moment onvoldoende informatie beschikbaar zijn om te weten of een bepaald ras noodzakelijkerwijs vrij is van een bepaalde aandoening.

In het algemeen gebruiken rashonden een veel kleinere genenpool voor het fokken dan huiskatten en hebben daarom een hoger risico op het ontwikkelen van erfelijke aandoeningen. Bovendien, een aantal ‘nieuwere’ rashonden zijn afgeleid van paringen tussen een of meer ‘oudere’ rassen, en in deze situaties bestendiging van erfelijke problemen die werden gezien in oudere rassen is waarschijnlijk binnen de nieuwere rassen.