Kurt Waldheim werd benoemd tot Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties voor een ambtstermijn van vijf jaar die op 1 januari 1972 inging. De Veiligheidsraad had de benoeming op 21 december 1971 aanbevolen en de Algemene Vergadering had deze de volgende dag bij acclamatie goedgekeurd.
De Secretaris-Generaal werd op 21 december 1918 te Sankt Andra-Wordern, bij Wenen, Oostenrijk, geboren. Hij is in 1944 afgestudeerd aan de Universiteit van Wenen als Doctor in de Jurisprudentie. Hij is ook afgestudeerd aan de Weense Consulaire Academie.
De heer Waldheim trad in 1945 in dienst van de Oostenrijkse diplomatieke dienst en van 1948 tot 1951 was hij eerste secretaris van de Legatie te Parijs. Van 1951 tot 1955 was hij hoofd van de personeelsdienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken te Wenen. In 1955 werd hij benoemd tot Permanente Waarnemer voor Oostenrijk bij de Verenigde Naties en later dat jaar werd hij hoofd van de Oostenrijkse Missie toen Oostenrijk tot de Organisatie werd toegelaten.
Van 1956 tot 1960 vertegenwoordigde de heer Waldheim Oostenrijk in Canada, eerst als Gevolmachtigd Minister en later als Ambassadeur. Van 1960 tot 1962 was hij hoofd van de Afdeling Politiek (West) van het Oostenrijkse Ministerie van Buitenlandse Zaken en vervolgens directeur-generaal voor Politieke Zaken tot juni 1964.
Van 1964 tot 1968 was de heer Waldheim Permanent Vertegenwoordiger van Oostenrijk bij de Verenigde Naties. In die periode was hij voorzitter van de Commissie voor het Vreedzaam Gebruik van de Buitenruimte; in 1968 werd hij gekozen tot voorzitter van de eerste Conferentie van de Verenigde Naties over het Onderzoek en het Vreedzaam Gebruik van de Buitenruimte.
Van januari 1968 tot april 1970 was de heer Waldheim federaal minister van Buitenlandse Zaken van Oostenrijk. Na zijn vertrek uit de regering werd hij met algemene stemmen verkozen tot voorzitter van het Comité voor veiligheidscontrole van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie, en in oktober 1970 werd hij opnieuw Oostenrijks Permanent Vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties, een functie die hij bekleedde tot hij tot Secretaris-Generaal van de Organisatie werd verkozen.
In april 1971 was hij een van de twee kandidaten voor het Federale Voorzitterschap van Oostenrijk.
Tijdens zijn eerste drie jaar als Secretaris-Generaal maakte de heer Waldheim er een gewoonte van gebieden te bezoeken die voor de Verenigde Naties van bijzonder belang waren. In maart 1972 reisde hij naar Zuid-Afrika en Namibië ter uitvoering van een mandaat dat hem door de Veiligheidsraad was verleend om te helpen bij het vinden van een bevredigende oplossing voor het probleem Namibië.
De Secretaris-Generaal bracht drie bezoeken aan Cyprus, in juni 1972, augustus 1973 en augustus 1974, voor besprekingen met regeringsleiders en om de vredesmacht van de Verenigde Naties op het eiland te inspecteren. Tijdens zijn bezoek in augustus 1974, in de nasleep van de vijandelijkheden, heeft de heer Waldheim ervoor gezorgd dat besprekingen konden beginnen tussen waarnemend president Glafcos Clerides en Rauf Denktash.
De Secretaris-Generaal heeft ook een aantal reizen naar het Midden-Oosten gemaakt in het kader van het voortdurende streven naar vrede in het gebied. In augustus 1973 bezocht hij Syrië, Libanon, Israël, Egypte en Jordanië; in juni 1974 had hij een ontmoeting met de leiders van Libanon, Syrië, Israël, Jordanië en Egypte; en in november 1974 ging hij naar Syrië, Israël en Egypte in verband met de verlenging van het mandaat van de United Nations Disengagement Observer Force (UNDOF). Tijdens deze bezoeken heeft hij ook de vredeshandhavingsoperaties van de Verenigde Naties in het gebied geïnspecteerd – de United Nations Truce Supervision Organization (UNTSO), de United Nations Emergency Force (UNEF) en UNDOF.
In februari 1973 heeft de Secretaris-Generaal tijdens een officiële reis naar het subcontinent met de Regeringen van India, Pakistan en Bangladesh gesproken over de problemen die zijn ontstaan door de oorlog tussen India en Pakistan, en over de middelen om de gevolgen daarvan te boven te komen. Hij inspecteerde ook de hulpactie van de Verenigde Naties in Bangladesh, de grootste hulpactie die ooit onder auspiciën van de Verenigde Naties is ondernomen.
In februari en maart 1974 bezocht de Secretaris-Generaal een aantal landen in het Sudano-Saheliaans gebied van Afrika, waar de Verenigde Naties een grote hulpactie hadden ondernomen om de slachtoffers van een langdurige droogte bij te staan.
De Secretaris-Generaal opende en sprak ook een aantal belangrijke internationale conferenties toe die onder auspiciën van de Verenigde Naties waren bijeengeroepen. Hiertoe behoren de derde zitting van de Conferentie van de Verenigde Naties over Handel en Ontwikkeling (Santiago, april 1972), de Conferentie van de Verenigde Naties over het Menselijk Milieu (Stockholm, juni 1972), de Derde Conferentie van de Verenigde Naties over het Recht van de Zee (Caracas, juni 1974), de Wereldbevolkingsconferentie (Boekarest, augustus 1974) en de Wereldvoedselconferentie (Rome, november 1974).
De Secretaris-Generaal heeft deelgenomen aan vergaderingen van de Veiligheidsraad buiten de zetel, in Afrika (Addis Abeba, januari 1972) en in Latijns-Amerika (Panama, maart 1973).
Hij heeft vergaderingen van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid (OAE) toegesproken en bijgewoond te Rabat (juni 1972 ter gelegenheid van de tiende verjaardag van de OAE, te Addis Abeba (mei 1973) en te Mogadiscio (juni 1974). Hij sprak ook de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) in Washington toe (maart 1972).
In februari 1973 nam de Secretaris-Generaal deel aan de Internationale Conferentie van Parijs over Vietnam; in december van datzelfde jaar zat hij de eerste fase van de Vredesconferentie van Genève over het Midden-Oosten voor.
In juli 1973 sprak de heer Waldheim de Conferentie over Europese Veiligheid en Samenwerking in Helsinki toe.
Op uitnodiging van hun respectieve regeringen bracht de Secretaris-Generaal officiële bezoeken aan een aantal landen in Afrika, Azië, Latijns-Amerika, het Midden-Oosten en Europa.
De heer Waldheim, gehuwd en vader van drie kinderen, is de auteur van een werk over het buitenlands beleid van Oostenrijk, The Austrian Example, dat is gepubliceerd in het Duits, Engels en Frans.
De heer Waldheim overleed op 14 juni 2007 in Wenen, Oostenrijk, op de leeftijd van 88 jaar.