“Ze zei, ‘Andy, je bent beter dan je verleden’ / Knipoogde naar me en dronk haar glas leeg / Kruislings op de barkruk zoals niemand meer zit.”
In deze openingsregels, Jason Isbell zuigt zijn luisteraar met de levendige beeldspraak, authentieke stem, en seksuele spanning die morst uit de randen van “Elephant.” De woorden reiken uit de luidsprekers en grijpen je keel, dreigen je layrnx te verpletteren. Dus luister je alsof je leven ervan afhangt.
“Elephant” is eerlijk songmateriaal dat niet vaak wordt uitgedeeld deze dagen, of enige dagen wat dat betreft – een recept om de narcistische anthems die er in overvloed zijn te medicineren.
Isbell vervolgt, “She said, ‘Andy, you’re taking me home’ / But I knew she planned to sleep alone / I’d carry her to bed and sweeping up the hair from the floor.” God, de tederheid van het opvegen van het haar van de kankerpatiënt waar Andy naast wil slapen. Ik voel dat het lied een scherpe kneep in mijn keel geeft. Het mooie aan deze regels is dat Isbell niet vervalt in het melodramatische; in plaats daarvan laat hij zijn details ons de complexe emoties tonen die Andy voelt. Alle songwriters letten op de nuance.
Hier is de kicker: “If I had fucked her before she got sick / I’d never hear the end of it / She don’t have the spirit for that now.” Het is het verlangende verlangen van alle grote schrijfsels verpakt in vierentwintig woorden – het is de menselijke conditie, het verlangen naar wat we niet kunnen hebben. Het gebruik van de pejoratief hier voegt toe aan de rauwe energie van dit lied. Het is geen liedje over de gemakkelijke emoties van liefde; het is een liedje over dood en verlies en neuken. Het is een open wond.
“Elephant” begaat ook niet de zonde om een serieus liedje te zijn over iemand die aan kanker sterft. Het lied bevat humor. De stervende vrouw wordt dronken en maakt kankergrappen met haar “sharecropper eyes and her hair almost gone.” Isbell raakt alle emotionele noten die hij in dit verhaal tot zijn beschikking heeft. We lachen ondanks onze tranen.
Als het liedje verder gaat, zingen Andy en deze vrouw country liedjes en roken dope. Isbell schrijft: “We’d burn these joints in effigy / Cry about what used to be / And try to ignore the elephant somehow.” Isbell verheft de handeling van het roken tot een groot gebaar van protest tegen hun dreigende onrecht.
In de laatste openbaring van de verteller, jammert hij, “Er is een ding dat is echt duidelijk voor mij / Niemand sterft met waardigheid / We proberen gewoon om de olifant te negeren een of andere manier.” Die regels zijn huiveringwekkend en toepasselijk voor deze verteller. Hij maakt deze ervaring mee en begrijpt dat het leven je naar de kloten helpt en je niet eens een fatsoenlijk afscheid gunt.
“Elephant” is een liedje over kanker en drinken en roken en countryliedjes zingen, maar Isbell hijst het tot grootsheid. Het is een lied over mens zijn, met alle pijn en extase die dat met zich meebrengt. Het houdt je bij de keel met een fluistering. Het is een liedje dat te eerlijk is voor de Grammy’s, maar voor mijn geld is het het beste liedje dat in 2013 is geschreven.
(Luister nu.)