Hyperlipidemie en hypertensie komen vaak voor in de bevolking en zijn onafhankelijke risicofactoren voor cardiovasculaire complicaties. De gecombineerde aanwezigheid van hypertensie en hypercholesterolaemie verhoogt het risico op cardiovasculaire complicaties aanzienlijk. Deze hoogrisicopatiënten moeten vroegtijdig worden geïdentificeerd en op passende wijze worden behandeld om complicaties te voorkomen. Het doel van antihypertensieve therapie is het gemiddelde niveau van de diastolische druk te verlagen tot minder dan 90 mm Hg en de systolische druk tot minder dan 140 mm Hg. De doelstellingen voor het lipidengehalte bij deze patiënten zijn een totaal cholesterolgehalte van ten hoogste 200 mg/dl, een LDL-cholesterolgehalte van ten hoogste 135 mg/dl en triglyceriden van ten hoogste 200 mg/dl. De eerste stap bij de behandeling van patiënten met zowel hyperlipidemie als hypertensie is het zoeken naar onderliggende oorzaken en het nemen van passende therapeutische maatregelen voor beide ziekten. Niet-farmacologische behandeling van deze hoogrisicopatiënten omvat gewichtsvermindering, passende dieetmaatregelen met inbegrip van alcohol- en zoutbeperking, stoppen met roken en meer lichaamsbeweging. Als een farmacologische antihypertensieve behandeling nodig is, moet de voorkeur worden gegeven aan geneesmiddelen zonder nadelige effecten op het lipiden- en lipoproteïnengehalte. Indien naast dieetmaatregelen een behandeling met geneesmiddelen noodzakelijk is om het hoge cholesterolgehalte te verlagen, zijn galzuursequestreerders momenteel het geneesmiddel van eerste keuze. Indien de veiligheid op lange termijn van HMG CoA-reductaseremmers kan worden vastgesteld, zullen deze geneesmiddelen een belangrijke vooruitgang betekenen in de therapie van hypercholesterolaemie.