Griekse Mythologie >>Nimfen >> Hyaden

Vertaling

Hyas, Hyaden

Romeinse naam

Sucula, Suculae

Vertaalswijze

Rainy Ones (hyô, hyetos)

De HYADES waren nimfen van de vijf sterren van het sterrenbeeld Hyaden en dochters van de hemelsdragende Titan Atlas. Nadat hun broer Hyas door een leeuw was gedood, werden de tranende Hyaden tussen de sterren gezet. De heliakale setting van hun sterrenbeeld in november markeert het begin van het regenseizoen in Griekenland en hieruit werden de nimfen “de Regenachtigen” genoemd.

Volgens Nonnus waren de Hyaden dezelfde als de Lamiden, zusters van de god Dionysos. Zij werden ook nauw vereenzelvigd met de Nysiades en de Nymphai Naxiai, andere vermeende voedsters van de god. De Hyaden waren ook verwant met de Naiades Mysiai, waarvan het verhaal een broer genaamd Hyas vervangt door een minnaar genaamd Hylas.

FAMILIE VAN DE HYADEN

PARENTEN

ATLAS & PLEIONE (Hyginus Fabulae 192)
ATLAS & AITHRA (Musaeus Frag, Hyginus Astronomica 2.21, Ovidius Fasti 5.164)
HYAS & BOIOTIA (Hyginus Astronomica 2.21)

NAMEN

PHAISYLE, KORONIS, KLEEIA, PHAIO, EUDORE (Hesiod Astronomica 2)
PHAESYLA, KORONIS, AMBROSIA, POLYXO, EUDORA (Hyginus Fabulae 192)
AMBROSIA, EUDORA, AESYLE (Eustathius over Homerus’ Ilias 1156)

ENCYCLOPEDIA

HY′ADES (Huades), d.w.z. de regenachtige, de naam van een klasse nimfen, wier aantal, namen en afstamming door de ouden op verschillende manieren worden beschreven. Hun ouders waren Atlas en Aethra ( Ov. Fast. v. 169, &c.), Atlas en Pleione (Hygin. Fab. 192), of Hyas en Boeotia (Hygin. Poet. Astr. ii. 21 ); en anderen noemen hun vader Oceanus, Melisseus, Cadmilus, of Erechtheus. (Hygin. Fab. 182; Theon. ad Arat. Phaen. 171; Serv. ad Aen. i. 748.) Thales noemde er twee, en Euripides drie Hyaden (Theon, l. c.), en Eustathius (ad Hom. p. 1156) geeft de namen van drie, t.w. Ambrosia, Eudora, en Aesyle. Hyginus (Fab. 182) daarentegen noemt Idothea, Althaea en Adraste; en Diodorus (v. 52) heeft Philia, Coronis en Cleis. Andere dichters kenden er weer vier, en Hesiod (ap. Theon. l. c.) vijf, nl. Phaesyle, Coronis, Cleeia, Phaeote, en Eudora. (Zie de vijf verschillende namen in Serv. ad Virg. Georg. i. 138; Hygin. Fab. 182, 192.) Maar het gemeenschappelijk aantal van de Hyaden is zeven, zoals ze voorkomen in het sterrenbeeld dat hun naam draagt, nl. Ambrosia, Eudora, Pedile, Coronis, Polyxo, Phyto, en Thyone, of Dione. (Hygin. Poet. Astr. ii. 21 ; Hesych. s. v.) Pherecydes, de logograaf, die er slechts zes noemde, noemde hen de Dodonaeïsche nimfen, en de verpleegsters die door Zeus waren aangesteld om Dionysus groot te brengen. In deze hoedanigheid worden zij ook de Nysaeïsche nimfen genoemd. (Apollod. iii. 4. § 3; Ov. Fast. v. 167, Met. iii 314; Serv. ad Aen. i. 748; Eustath. ad Hom. p. 1155.) Toen Lycurgus de veiligheid van Dionysos en zijn metgezellen bedreigde, vluchtten de Hyaden, met uitzondering van Ambrosia, met de jonge god naar Thetis of naar Thebe, waar zij hem toevertrouwden aan Ino (of Juno), en Zeus toonde hun zijn dankbaarheid dat zij zijn zoon gered hadden, door hen tussen de sterren te plaatsen. (Hygin. Poet. Astr. ii. 21.) Voordat zij aldus geëerd werden, waren zij oud geweest, maar op verzoek van Dionysus door Medeia weer jong gemaakt. (Hygin. Fab. 182; Ov. Met. vii. 295.) Als nimfen van Dodona zouden zij, volgens sommige overleveringen, Zeus hebben grootgebracht. (Schol. ad Hom. Il. xviii. 486.) Het verhaal, dat van hen de dochters van Atlas maakte, verhaalt, dat hun aantal twaalf of vijftien bedroeg, en dat eerst vijf van hen als Hyaden onder de sterren werden geplaatst, en de zeven (of tien) anderen naderhand onder den naam van Pleiaden, om hen te beloonen voor de zusterliefde, die zij betoond hadden na den dood van hun broeder Hyas, die in Libië door een wild beest was gedood. (Hygin. Fab. 192; Ov. Fast. v. 181 ; Eustath. ad Hom. p. 1155.) Hun naam, Hyaden, is door de ouden afgeleid van hun vader, Hyas, of van Hyes, een mystieke achternaam van Dionysus; en volgens anderen, van hun positie aan de hemel, waar zij een figuur vormden die op de Griekse letter U leek. De Romeinen, die het afleidden van hus, een varken, vertaalden de naam door Suculae (Cic. de Nat. Deor. ii. 43.); maar de meest natuurlijke afleiding is van Wein, naar regen, aangezien het sterrenbeeld van de Hyaden, wanneer het tegelijk met de zon opkomt, regenachtig en stormachtig weer aankondigt. (Cic. lc.; Ov. Fast. v. 165; Horat. Carm. i. 3. 14; Virg. Aen. iii. 516; Gell. xii.)

Bron: Dictionary of Greek and Roman Biography and Mythology.

CLASSISCHE LITERATUUR QUOTES

THE HYADES NYMPHS

Hesiod, Astronomy Fragment 2 (uit Scholiast on Aratus 254) (trans. Evelyn-White) (Grieks epos C8e of 7e v. Chr.) :
“Maar Zeus maakte hen tot de sterren die Hyaden genoemd worden. Hesiod vertelt ons in zijn Boek over de Sterren hun namen: ‘Nymphai (Nimfen) zoals de Kharites (Charites, Gratiën), Phaisyle en de rijk gekroonde Kleeia en de lieflijke Phaio en de lang geklede Eudora, die de mensenstammen op aarde Hyaden noemen.

Pseudo-Hyginus, Fabulae 192 (trans. Grant) (Romeinse mythograaf 2e eeuw n.Chr.) :
“Atlas van Pleione of een Oceanide had twaalf dochters, en een zoon, Hyas. De zoon werd gedood door een wild zwijn of een leeuw, en de zusters, die om hem treurden, stierven door dit verdriet. De vijf van hen die het eerst tussen de sterren werden geplaatst, hebben hun plaats tussen de horens van de stier – Phaesyla, Ambrosia, Coronis, Eudora, Polyxo – en worden, naar de naam van hun broer, Hyaden genoemd. In het Latijn heten ze Suculae.
Sommigen zeggen dat ze Hyaden heten omdat ze in de vorm van de letter Upsilon staan; sommigen zeggen dat ze zo heten omdat ze regen brengen als ze opkomen, want regenen is hyein in het Grieks.
Er zijn mensen die denken dat ze tot de sterren behoren omdat ze de zusters waren van Vader Liber .”

Pseudo-Hyginus, Astronomica 2. 21 :
“Het is naar het Oosten gericht, en de sterren die het gezicht omlijnen worden Hyaden genoemd.
Deze, zegt Pherecydes de Athener, zijn de verpleegsters van Liber , zeven in getal, die vroeger Nymphae (Nimfen) waren, Dodonidae genaamd. Hun namen zijn als volgt: Ambrosia, Eudora, Pedile, Coronis, Polyxo, Phyto, en Thyone.
Ze zouden door Lycurgus op de vlucht zijn gejaagd en allen behalve Ambrosia hun toevlucht hebben gezocht bij Thetis, zoals Asclepiades zegt.
Maar volgens Pherecydes brachten zij Liber naar Thebe en leverden hem uit aan Ino, en om deze reden betuigde Jove zijn dank aan hen door hen onder de sterrenbeelden te plaatsen.”

Pseudo-Hyginus, Astronomica 2. 21 :
“De Pleiaden (Velen) werden zo genoemd, volgens Musaeaus, omdat er vijftien dochters werden geboren uit Atlas en Aethra, dochter van Oceanus. Vijf van hen worden Hyaden genoemd, toont hij aan, omdat hun broer Hyas was, een jongeling die zeer geliefd was bij zijn zusters. Toen hij bij een leeuwenjacht werd gedood, zouden de vijf genoemden, die voortdurend treurden, zijn omgekomen. De overige tien klaagden over de dood van hun zusters en brachten de dood over zichzelf; omdat zovelen hetzelfde verdriet ondergingen, werden zij Pleiaden genoemd. Alexander zegt dat ze Hyaden werden genoemd omdat ze dochters waren van Hyas en Boeotia, Pleiaden, omdat ze geboren werden uit Pleio, dochter van Oceanus, en Atlas.”

Ovid, Fasti 5. 164 e.v. (trans.Boyle) (Romeinse poëzie C1e v. Chr. tot C1e n. Chr.) :
“Wanneer de donker wordende schemering de nacht inluidt, wordt de hele kudde van Hyaden onthuld. Het gezicht van de Stier schittert met zeven stralen van vuur, die de Griekse zeelieden Hyaden noemen naar hun regen-woord. Voor sommigen waren zij de zusters van Bacchus, voor anderen kleindochters van Tethys en de oude Oceanus. Atlas droeg de last van Olympus nog niet, toen de mooie, oogstrelende Hyas werd geboren. De dochter van Oceanus, Aethra, baarde hem en de Nymphae (Nimfen) in tijdige geboorten, maar Hyas werd eerst geboren. Toen zijn baard nog fris was, beefden de herten van angst voor hem en was de haas een welkome prooi. Maar toen de jaren zijn mannelijkheid hadden gerijpt, sloot hij zich snel aan bij de ruige leeuwin en het everzwijn. Hij zocht het hol en het broedsel van de geworpen leeuwin en werd een bloedige prooi voor het Libische beest. Zijn moeder snikte om Hyas, zijn verdrietige zusters snikten en Atlas, wiens nek de wereld zou sleuren. De zusters overtroffen beide ouders in vrome liefde en wonnen de hemel. Hun naam is van Hyas.”

Nonnus, Dionysiaca 14. 143 e.v. (trans. Rouse) (Grieks epos C5e A.D.) :
“De water Neiades (Naiaden). . . die men Hyaden noemt, nakomelingen van de rivier Lamos. Zij waren de verpleegsters van het kind dat Zeus zo gelukkig had voortgebracht, Bakkhos (Bacchus).”

De CONSTELLATIE HYADEN

Hesiod, Works and Days 609 e.v. (trans. Evelyn-White) (Grieks epos C8e of 7e v. Chr.) :
“Maar wanneer de Pleiaden en Hyaden en de sterke Orion beginnen onder te gaan, denk er dan aan om in het seizoen te ploegen.”

Pseudo-Hyginus, Fabulae 192 (trans. Grant) (Romeinse mythograaf 2de eeuw na Chr.) :
“Sommigen zeggen dat ze zo genoemd worden omdat ze regen brengen als ze opkomen, want regenen is hyein in het Grieks.”

Ovidius, Fasti 5. 164 e.v. (trans.Boyle) (Romeinse poëzie C1e v. Chr. tot C1e n. Chr.) :
“Wanneer de donker wordende schemering de nacht inluidt, wordt de hele kudde Hyaden onthuld. Het gezicht van Stier schittert met zeven stralen van vuur, die de Griekse zeelieden Hyaden noemen van hun regen-woord.”

Cicero, De Natura Deorum 2. 43. 111 (trans. Rackham) (Romeinse retoricus C1e v. Chr.):
“Zijn hoofd is bezaaid met een veelheid van sterren: ‘De Grieken noemden ze Hyaden,’ omdat ze regen brengen, waarvoor het Grieks hyein is, terwijl ons volk ze domweg Suculae (speenvarkens) noemt, alsof de naam Hyaden is afgeleid van het woord voor ‘varken’ en niet voor ‘regen’.”

Seneca, Medea 311 e.v. (trans. Miller) (Romeinse tragedie C1e n.Chr.) :
” Nog niemand kon de hemel lezen en de sterren gebruiken waarmee de hemelen zijn bezaaid; nog niet konden schepen de regenachtige Hyaden vermijden; nog niet deden de vuren van de Olenische Geit.”

Seneca, Medea 767 e.v. :
” Op bevel van mijn stem is Phoebus midden in de hemel tot stilstand gekomen, en de Hyaden, bewogen door mijn bezweringen, wankelen naar hun val.”

Valerius Flaccus, Argonautica 5. 408 ff (trans. Mozley) (Romeins epos C1e A.D.) :
“Daar staat ijzeren Atlas in Oceanos, de golf zwelt aan en breekt op zijn knieën; maar de god zelf haast zich op grote hoogte met zijn glanzende rossen over het lichaam van de oude man … achter met kleiner wiel volgt zijn zuster en de overvolle Pleiaden en de vuren wier tressen nat zijn van druipende regen .”

Statius, Silvae 1. 6. 21 (trans. Mozley) (Romeinse poëzie C1e A.D.) :
“With such torrents do stormy Hyades o’erwhelm the earth of Pleiades dissolved in rain.”

NAMEN VAN DE HYADEN

Griekse naam

Φαισυλη

Κορωνις

Φαιω

Ευδωρη

Κλεεια

Transliteratie

Phaisylê

Korônis

Phaiô

Eudôrê

Kleeia

Latijnse Spelling

Phaesyle

Coronis

Phaeo

Eudora

Cleea

Vertaald

Schijnend- (phainô)

Gebogen, Gebogen (korônis)

Glanzend (phainô)

Geleerd (eu-, dôron)

Beroemd, Illustere (kleennos, kleos)

Bronnen

Grieks

  • Hesiod, Werken en dagen – Grieks epos C8e – 7e v. Chr.C.
  • Hesiod, Astronomie Fragmenten – Griekse Epiek C8e – 7e v. Chr.

ROMAN

  • Hyginus, Fabulae – Latijnse Mythografie C2e n. Chr.
  • Hyginus, Astronomica – Latijnse Mythografie C2e n. Chr.
  • Ovid, Fasti – Latijnse Poëzie C1e v. Chr.C. – C1e A.D.
  • Cicero, De Natura Deorum – Latijnse Retorica C1e B.C.
  • Seneca, Medea – Latijnse Tragedie C1e A.D.
  • Valerius Flaccus, De Argonautica – Latijns epos C1e A.D.
  • Statius, Thebaid – Latijns epos C1e A.D.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.