X

Privacy & Cookies

Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan, gaat u akkoord met het gebruik ervan. Meer informatie, inclusief hoe u cookies kunt beheren.

Got It!

Advertenties

Mijn nieuwste YouTube-video is weer een video over ‘realistisch’ acteren. In deze video zeg ik dat ik vier eenvoudige tips heb verzameld die ons zullen helpen om zo realistisch mogelijk te acteren op het scherm. Dit gezegd hebbende, er zijn veel meer tips dan deze. En als ik het heb over ‘realistisch’ acteren, dan heb ik het over acteren zoals een natuurlijk mens in het echte leven zou doen. Zoals ik heb geschreven in een eerdere blog post (en vermeld in een eerdere video), is realistisch acteren een beetje een contradictie omdat acteren helemaal niet realistisch is. Je kunt echter wel op een realistische manier acteren, of op een naturalistische manier, maar dat terzijde. In principe: we weten allemaal wat we bedoelen met realistisch acteren.

Lagen

De eerste tip die ik uit diverse acteerlessen en uit ervaring heb geleerd, gaat over contrasterende lagen. Die moeten in je optreden aanwezig zijn, wil je overtuigend acteren. Ik heb geleerd van workshops dat casting regisseurs graag contrasterende lagen in een acteur zien (iets om over na te denken!). Mensen zijn complex en multi-dimensionaal, ze denken veel verschillende dingen tegelijk, meestal. Dus, om realistisch te acteren moeten we bedenken hoe mensen in het echte leven een melange zijn van contrasterende (of zelfs tegenstrijdige) lagen, of gedachten, of emoties, die in de ogen kunnen worden gezien. We kunnen die complexiteit in ons acteren weergeven via lagen.

Lagen is het idee dat wat je denkt of voelt en wat je zegt of doet contrasterende (of zelfs tegenstrijdige) dingen kunnen zijn. Dit is ook nuttig als je geen toegang hebt tot een bepaalde gedachte: misschien overtreedt je personage de wet en kun je die gedachte niet sterk genoeg benaderen omdat je je niet kunt inleven in de handelingen van je personage. Welnu, als acteur zou je ervoor kunnen kiezen om in dit geval een onuitgesproken schuldgevoel op te nemen (dit is slechts een voorbeeld). Dit onuitgesproken schuldgevoel zal een tegenstrijdige laag toevoegen aan het onwettige personage dat hem meer driedimensionaal zal maken en misschien zelfs meer relateerbaar voor een publiek. Als je realistisch wilt acteren, zul je onvermijdelijk een beetje ‘jezelf’ hebben in je uitbeelding van welk personage je ook speelt. Bijvoorbeeld, misschien speel je een detective die een moord onderzoekt en denkt te weten wie de dader is, en wanneer je de verdachte ondervraagt, spreek en handel je kalm en onverschillig (want dat is het werk van een detective), maar tegelijkertijd voel je misschien haat of afkeer voor je verdachte. Deze innerlijke gedachten zullen zich alleen in uw ogen openbaren. En deze innerlijke gedachten zullen contrasteren met uw uiterlijke verschijning (of de façade die u opvoert). Je kunt iets eenvoudigs zeggen dat van alles kan betekenen, zoals: ‘en uw naam is?’ Maar als je deze zin zegt terwijl je haat en walging denkt, voeg je subtekst toe aan deze zin. Het gaat er dan minder om iemands naam te vragen en meer om het publiek te laten weten dat je personage deze ‘iemand’ niet mag. Als je personage medelijden heeft met de moordverdachte en denkt dat hij het niet gedaan heeft, dan kan hij de vraag met medelijden stellen. Dit contrasteert met de buitenkant van de detective, die het publiek ook meer vertelt over de manier waarop je personage over de situatie denkt.

Natuurlijk is dit een eenvoudig voorbeeld van gelaagdheid. Gelaagdheid kan complexer worden: je kunt meerdere gevoelens over elkaar heen leggen en ze achter de ogen uitvechten. In het echte leven zijn mensen zelden open en eerlijk en dus moeten we als acteurs, als we een personage realistisch willen neerzetten, nadenken over al die tegenstrijdige lagen die een mens menselijk maken. Er is vaak niet altijd één innerlijk gevoel in een persoon: mensen zijn onzeker over situaties, ze kunnen aspecten van een scenario leuk vinden en andere aspecten een fractie van een seconde later weer niet, ze schamen zich voor zichzelf, zijn trots op zichzelf, denken na over wat ze moeten doen als ze de kamer verlaten waarin ze zich bevinden, denken na over waar ze net vandaan komen, misschien hebben ze honger en vragen ze zich af wat ze straks te eten zullen hebben.

Mensen zijn zelden mindful en leven in het moment, en ze oordelen voortdurend over hun omgeving, andere mensen, en zichzelf. Innerlijke gedachten of gevoelens zijn er in overvloed en zijn vaak tegenstrijdig met zichzelf. Bovendien staan deze tegenstrijdige gedachten en gevoelens in contrast met de buitengevel van een personage: hoe hij zich aan anderen voordoet. Er is altijd een discrepantie tussen het innerlijke en het uiterlijke van een persoon, en het uiterlijke verandert in verschillende contexten/externe omstandigheden (en ik veronderstel dat, door associatie, het innerlijke ook verandert). Bijvoorbeeld, je presenteert jezelf op een bepaalde manier in een sollicitatiegesprek en dit zou anders zijn dan hoe je jezelf zou presenteren op een eerste date (misschien … je krijgt het idee).

Layering houdt in dat je de dialoog (of monoloog) van je personage doordrenkt met subtekst. Subtext voegt altijd diepte toe aan de uitbeelding van een personage. Deze diepte gaat meer over wat je denkt, en het kan worden gezien in de ogen. Deze gelaagdheid van contrasten en subtekst voegt onvoorspelbaarheid toe aan een personage: we weten niet echt wat ze denken of voelen over een situatie of personage, en dus kunnen we ook niet echt voorspellen wat ze daarna in een scène zouden kunnen doen (ook al kunnen we wel speculeren). Slecht tweedimensionaal acteerwerk is saai omdat we weten wat er is gebeurd voordat de scène is afgelopen. Complexe personages met tegenstrijdige lagen en subtekst zijn veel vermakelijker om naar te kijken dan acteurs die gedachte en actie op elkaar afstemmen en alles oprecht spelen.

Doe het tegenovergestelde

Mijn volgende tip heb ik geleerd van een acteerles, en die is om het tegenovergestelde te doen op momenten van intense emotie. Met intense emotie bedoel ik alles waar het wat dramatischer aan toe gaat, zoals huilen, schreeuwen/argumenteren, lachen, opgetogenheid, angst, liefdesverdriet. Als je erover nadenkt, gaan aspirant (beginnende) acteurs er op zulke momenten helemaal in op, ze geven zich over aan de emotie die ze denken te moeten uitbeelden, ook al is dat niet realistisch. Het ziet er ook niet realistisch uit: het lijkt alsof ze acteren. Op momenten van zulke intense emotie is het echter realistischer om er afstand van te nemen: met andere woorden, het tegenovergestelde te spelen. Dit zal de emotionele intensiteit in de scène verhogen en het vermakelijker maken voor het publiek. Als je bijvoorbeeld bang wilt spelen, ‘speel’ je niet bang, maar ‘speel’ je dapper in een enge situatie. Als je een personage wilt spelen dat lacht, dan lach je niet gewoon, maar speel je ‘alsjeblieft niet lachen’. Als je een personage wilt spelen dat huilt, huil je niet gewoon, maar speel je ‘hou je tranen tegen’. Iemand die huilt laat meestal niet alles los, hij houdt zijn tranen in, huilen is een laatste redmiddel. Er is een spanning tussen huilen en niet willen huilen. Natuurlijk wil dit niet zeggen dat je niet lacht of huilt als je acteert. Je moet alleen op een bepaalde manier over deze bewegingen denken als je realistisch wilt overkomen. Dingen als tranen en lachen zijn uitdrijvingen van overtollige energie en moeten altijd een bijproduct zijn, geen doel. Als je van deze bijprodukten een doel maakt, dan gaat de intense emotie die met deze bijprodukten gepaard gaat verloren omdat er simpelweg geen rekening mee wordt gehouden. Alles wat je overhoudt zijn de lege bijproducten en het zal lijken alsof je doet alsof. Mensen laten zelden hun innerlijke emoties zien, vooral als er heftige emoties in het spel zijn. Mensen houden tranen tegen, doen dapper als ze doodsbang zijn. Als mensen verdrietig zijn, proberen ze dat te verbergen. Als mensen dronken zijn, proberen ze nuchter te lijken.

Reageren op veranderingen

De derde tip gaat over het reageren op veranderingen. Dit is iets wat ik heb geleerd in acteerlessen en heb geleerd in masterclasses met casting directors. Vaak zal er iets ‘nieuws’ gebeuren in een scène: er zal een verandering zijn. Dat kan een feitelijke verandering zijn of een emotionele verandering. Je personage kan bijvoorbeeld iets nieuws te weten komen over een ander personage in de scène, misschien komt er een ander personage de kamer binnen, of misschien is er een statusverschuiving tussen jouw personage en een ander personage. Dergelijke veranderingen beïnvloeden de subtekst in een scène, de status van personages in de scène, lichaamstaal, de doelstellingen van je personage en hoe ze die gaan bereiken; een personage kan iets nieuws te weten komen dat een obstakel voor hem kan vormen, of misschien komt iemand anders de scène binnen en helpt dit je personage zijn doelstelling te bereiken. Dit zijn slechts voorbeelden.

Subtext kan ook worden beïnvloed wanneer er een verandering tijdens een scène: bijvoorbeeld, zeggen ‘hallo, leuk je te ontmoeten’ aan een nieuwe kennis gaat uiterst geladen klinken als je personage besefte momenten voor dat deze nieuwe kennis is het hebben van een affaire met significante andere van je personage.

Status kan veranderen is een personage weet iets wat de ander niet weet: degene die meer weet meestal een hogere status. Denk er maar eens over na: tijdens een gijzelingsscène ziet de gevangene een politieagent buiten aankomen, maar de gijzelnemer niet. Er is die merkbare verschuiving of verandering in lichaamstaal wanneer het gevangen slachtoffer hoop krijgt en weet dat hij nu de overhand heeft. De gijzelnemer verandert niet, maar in vergelijking met het slachtoffer is er een zichtbare verandering in status. Dit scenario wordt te veel gebruikt in drama’s en films, dus jullie weten ongetwijfeld allemaal wat ik bedoel.

Zo wordt lichaamstaal beïnvloed door veranderingen tijdens een scène, of je personage nu meer status krijgt of een plotselinge afkeer voor een ander personage, je lichaamstaal gaat veranderen. Veranderingen tijdens een scène kunnen van invloed zijn op het doel van je personage, de manier waarop ze dat doel gaan bereiken, en de status of inzet in een scène (mijn acteerleraar blijft zeggen dat ‘doelstellingen’ en ‘obstakels’ ‘Stanislavski 101’ zijn, dus ik ga dat hier gewoon doorvoeren).

Onderschat kleine momenten niet, zoals een ander personage dat de kamer binnenloopt tijdens een scène: dit presenteert een verandering die meerdere kenmerken kan beïnvloeden (lichaamstaal, subtekst, status). Iemand die de kamer binnenkomt zal altijd opmerkelijk zijn, net als in het echte leven. Loop ook niet vooruit op een verandering in de scène (ga de veranderingen niet spelen voor er een reden toe is). Denk eraan: je personage weet niet wat er gaat gebeuren, ook al weet jij (de acteur) dat wel. Beginnende acteurs vergeten vaak te reageren op veranderingen omdat ze natuurlijk al weten wat er in de scène gaat gebeuren: ze laten hun personage ofwel te vroeg reageren op iets dat gaat gebeuren, of ze realiseren zich misschien niet dat er een verandering is voor hun personage en dat de dingen anders moeten worden aangepakt. Er is veel te onthouden om te verwerken als het gaat om het reageren op veranderingen in een scène, dus voor nu vat ik het als volgt samen:

  • Luister (nee, echt luisteren)
  • Reageer op de andere acteur
  • Acteren is meer dan praten
  • Reageer wanneer je personage niet praat

Ken zowel JOUW doel als dat van je personage

Mijn vierde tip is om JOUW doel te kennen, niet alleen dat van je personage. Ik heb deze tip begrepen uit veel denken en lezen en acteren. Dat je niet realistisch acteert, wil niet zeggen dat je slecht acteert. De definitie van ‘realistisch’ in de kunst is in de loop der tijd toch veranderd. In feite wordt de term ‘realistisch’ niet eens gebruikt als we het over dit soort dingen hebben: mensen gebruiken meestal ‘realisme’, dat ook berucht moeilijk te definiëren is. Ik gebruik de term ‘realistisch’ hier alleen omdat ‘hoe realistisch te handelen’ een populaire zoekterm is. Iedereen wil het antwoord op deze vraag weten lijkt het wel.

De theaterbeoefenaar Bertolt Brecht beweerde dat zijn theatrale stijl (vol tegenstellingen en vervreemding en contrasterende gebaren) beter was in het uitbeelden van de werkelijkheid van de twintigste eeuw omdat het een verscheidenheid aan perspectieven bood en de toeschouwer dwong na te denken over waar hij naar zat te kijken in plaats van op te gaan in een verhaallijn en te vergeten dat hij naar een toneelstuk zat te kijken. Maar we zouden Brechtiaans acteren geen ‘realistisch’ acteren noemen. Of toch wel? Het is een ander soort acteren dan Stanislavski’s systeem, dat wel.

Ik denk dat er een verschil is tussen iets realistisch spelen en iets oprecht spelen. Je kunt bijvoorbeeld iets oprecht spelen als je gelooft dat het personage in die scène op dat moment bestaat, maar het is nog steeds niet realistisch. Op dezelfde manier kun je iets ‘realistisch’ spelen, maar het personage is onoprecht. Je weet dat ze liegen – ze spreken zichzelf tegen. Ze zijn moeilijk vast te pinnen. Maar zo gedragen mensen zich in het echte leven en het komt realistisch over, ook al acteert de acteur, ondanks zo’n nauwkeurige voorstelling, en is het geheel toch niet echt!

Mijn punt hier is dat je moet weten wat je met je voorstelling wilt bereiken. Als het echt moet lijken en alsof je helemaal niet acteert, dan moet je weten hoe mensen in het echte leven acteren: observeer hen, observeer jezelf. Nieuwe acteurs doen altijd iets onrealistisch, iets dat niet normaal is. Maar sommigen doen het oprecht, en dat is niet slecht acteren, het is alleen niet ‘realistisch’ acteren. Als je wilt acteren zoals je in het echte leven zou doen, verdiep je dan in hoe je in het echte leven bent.

Dee Cannon, in In-depth Acting schrijft:

‘als je een acteur wilt zijn die grote diepte in je personages laat zien, dan kan ik niet genoeg benadrukken hoe cruciaal het is om de emotionele diepte in jezelf te vinden. hoe rijker je wordt als persoon, hoe rijker je zult zijn en groeien als acteur.’

Dee Cannon, in In-depth Acting, p. 19

Ik denk dat weten hoe je jezelf van nature gedraagt cruciaal is als je realistisch wilt acteren, of, liever gezegd, wilt overkomen alsof je helemaal niet acteert.

Inschrijven op mijn YouTube-kanaal

Advertenties

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.