In 1818 liet John Cleves Symmes (1780-1829) een folder rondgaan waarin hij zijn theorie over de structuur van de Aarde en de polaire geografie aankondigde. Symmes verklaarde dat de aarde “hol en van binnen bewoonbaar is; een aantal massieve concentrische bollen bevat, de een in de ander, en dat zij aan de polen 12 of 16 graden open is”. Symmes riep “honderd dappere mannen” op voor een expeditie ten noorden van de 82e breedtegraad, op zoek naar “een warm en rijk land, vol met zuinige groenten en dieren, zo niet mensen”. Zo begon de geschiedenis van de Amerikaanse poolexploratie. Symmes’ idee wekte algemene hoon op, maar het raakte ook een ader van cultureel patriottisme, nationale trots en expansionistische ambitie die hem een groep trouwe volgelingen opleverde. Een van de belangrijkste aanhangers van Symmes was Jeremiah Reynolds, die een sleutelrol speelde bij het verkrijgen van financiering door het Congres voor de Grote Amerikaanse Verkennings Expeditie van 1838-1842. In dit artikel vertel ik het verhaal van Symmes’ theorie en traceer de invloed ervan op de oprichting van een volledig Amerikaanse wetenschappelijke onderneming en op de Amerikaanse literatuur en randcultuur.