Een paar jaar geleden stond ik op het punt een groep ouderen toe te spreken toen een oudere man naar me toe kwam en zei: “Kijk eens naar al die Q-tips daar.”

Toen ik verbaasd keek, legde hij uit: “Zo noem ik oude vrouwtjes met pluizig wit haar. Ze zien eruit als Q-tips. ” Ooooh-kay …

En zo voegt “Q-tips” zich bij de rangen van denigrerende termen voor old timers.

Laten we eens kijken naar de fascinerende oorsprong van enkele andere.

GEEZER: Je zou kunnen denken dat deze term voor een excentrieke oude man verwant is aan “ganzen” of “nerd”, maar in plaats daarvan is hij afgeleid van “vermomming”.

In het vrolijke oude Engeland hulden de mensen zich graag in maskers en kostuums en deden ze allerlei bizarre streken en capriolen. Tegenwoordig noemen we dit parlement.

De verbinding tussen “geezer” en ouderdom begon, toepasselijk genoeg, in de jaren twintig van de vorige eeuw, een tijd waarin jongeren er plezier in schepten hun ouderen te minachten en te tarten.

CODGER: Sommige amateurwoordspeurneuzen hebben deze term gelinkt aan “cadger”, de kerel die vogels in een “cadge” (kooi) voor valkeniers vervoerde. Trap er niet in.

“Codger” is niet afgeleid van de valkerij, maar van het werkwoord “cadge”, dat ooit “ronddragen” betekende. In de jaren 1400 sjouwden rondtrekkende marskramers hun waren – boter, eieren, gevogelte, nep Rolex-horloges – van stad naar stad en werden zo bekend als “cadgers.”

Omdat deze “cadgers” werden geassocieerd met onfatsoenlijke eigenschappen – bedriegen, oplichten, vloeken, sms’en tijdens het rijden – werd “cadger” al snel een term voor bedelaars en zwervers, en het werkwoord “cadge” kwam te betekenen “bedelen, spons.”

Tegen de jaren 1700, ontstond een dialectische vorm van “cadger” – “codger” – met de betekenis van “een gierige, gierige oude man.” Sindsdien is de definitie van “codger” een beetje milder geworden. Het wordt nu enigszins liefdevol gebruikt om “een oudere kerel” te betekenen.

Koet: Als je ooit een meerkoet hebt gezien – een lompe moerasvogel die zijn kop als een kip heen en weer zwiept als hij zwemt of loopt – begrijp je waarom “meerkoet” in de jaren 1700 de betekenis kreeg van “een onschuldig, eenvoudig persoon”, zoals in “een oude meerkoet.”

Denk aan dit stukje informatie als een “meerkoet”-tip.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.