Plantinstructies
Plant in het voorjaar of vroege herfst om de planten de beste start te geven.
Kies een plaats waar de wortels zich kunnen verspreiden en de takken vrij kunnen groeien. Plaats de planten ver genoeg van funderingen, muren en terrassen, zodat het groeiende gebladerte de structuur niet zal verdringen. Overweeg of hoge bomen of struiken ramen zullen blokkeren of het dak of elektriciteitsleidingen zullen hinderen.
Om het plantgebied voor te bereiden graaft u een gat zo diep als de kluit en driemaal zo breed. Nadat u de grond hebt verwijderd, mengt u deze met wat compost of veenmos. Dit verrijkt de grond en maakt het bestaande vuil los, zodat nieuwe wortels zich gemakkelijk kunnen verspreiden.
Om de plant uit de container te halen, zet u de basis van de plant voorzichtig vast, kantelt u hem zijwaarts en tikt u op de buitenkant van de pot om hem los te maken. Draai de pot en blijf tikken, zodat de grond losser wordt totdat de plant soepel uit de pot trekt. De pot kan ook worden verwijderd door hem voorzichtig aan de zijkant in te snijden.
Zet de plant in het gat. Als de wortelkluit in jute is gewikkeld, moet deze nu worden verwijderd, samen met het touw of de draad waarmee de jute is vastgezet. Als de wortels dicht opeen zitten, hark ze dan voorzichtig uit elkaar met uw vingers.
Herschenk de grond weer in het plantgat en verpak hem stevig rond de kluit. Vul het gat tot de bodemlijn zich net bij de basis van de plant bevindt, waar de wortels uit de hoofdstengel beginnen te waaieren.
Water de plant goed in en breng vervolgens een laag mulch van 5 cm (bijvoorbeeld versnipperde schors) aan rond het plantgebied. Houd de mulch minstens 10 cm van de stam van de plant vandaan, omdat de schors hierdoor te vochtig blijft en kan gaan rotten.
Waterinstructies
Afhankelijk van de regenval moeten nieuwe planten tijdens het eerste groeiseizoen wekelijks water krijgen. Een langzame, een uur durende druppel water is voldoende. Tijdens warme perioden is het beter om de grond om de paar dagen grondig te doordrenken tot 20 cm (8″) dan dagelijks een beetje water te geven. Diep water geven moedigt de wortels aan om verder in de grond te groeien, wat resulteert in een stevigere plant met meer droogtetolerantie.
Om de bodemvochtigheid te controleren, gebruik je je vinger of een handtroffel om een klein gat te graven en de grond te onderzoeken. Als de eerste 2-4″ (5-10cm) van de grond droog is, is het tijd om water te geven.
Monitor nieuwe planten gedurende de eerste twee jaar om ervoor te zorgen dat ze de vochtigheid krijgen die ze nodig hebben. Daarna moeten ze stevig genoeg zijn om zelfstandig te overleven.
Bemestingsinstructies
Gewortelde bomen moeten om de 2-3 jaar worden bemest. Geef voeding in het vroege voorjaar wanneer de planten beginnen te groeien.
Meststoffen zijn in vele vormen verkrijgbaar: korrelvormig, langzaam vrijkomend, vloeibaar voer, organisch of synthetisch. Bepaal welke toepassingsmethode het beste is voor de situatie en kies een product dat speciaal voor bomen en struiken is ontwikkeld, of ga voor een uitgebalanceerde formule voor algemene doeleinden, zoals 10-10-10.
Volg altijd de aanwijzingen op de verpakking van de meststof voor de dosering en het tijdschema. Overbemesting of toediening op het verkeerde moment tijdens het groeiseizoen kan leiden tot schade aan de plant.
Snoeiinstructies
Snoei kan nodig zijn om dode takken te verwijderen, een bossiger groei te bevorderen, meer bloemen te krijgen, of een specifieke grootte of vorm te behouden.
Afgestorven takken moeten dicht bij de stam worden verwijderd, gelijk met de schors. Bij het snoeien om de grootte of vorm van een plant te bepalen, moet net boven een bladknop en onder een lichte hoek worden gesnoeid. In deze knop ontspruit de nieuwe groei.
Vele heesters kunnen regelmatig worden gesnoeid om ze in vorm te houden als haag, randbeplanting of formele funderingsbeplanting.
Gebruik altijd scherp en schoon gereedschap bij het snoeien. Er zijn vele gereedschappen beschikbaar, afhankelijk van de klus. Handscharen, snoeischaren en takkenscharen zijn ideaal voor de meeste heesters. Paalsnoeiers en boomzagen zijn beter voor grote, volwassen struiken of bomen. Als een boom zo groot is dat hij niet veilig met een paalsnoeier kan worden gesnoeid, kunt u het beste een professionele boomverzorger inschakelen.