De manier waarop Enheduanna schrijft over haar liefdes-/oorlogsgodin, Inanna, is pijnlijk mooi, alsof ze schrijft aan een minnaar.
Haar poëzie verschuift van aanbiddelijk en hartstochtelijk naar smekend en boos, afhankelijk van haar leven, en hoe zij vindt dat Inanna daaraan heeft bijgedragen.
Van de Zalabam Tempel van Inanna schrijft Enheduanna over Inanna’s schoonheid, gratie, macht en kracht:
Uw koningin Inanna van de schaapskooi
die ene vrouw
die unieke
… die zich beweegt tussen de helder schijnende dingen
… en in de schemering het firmament mooi maakt
heel in haar eentje
… zuivere Inanna
In Vrouwe van het Grootste Hart smeekt ze haar godin echter te stoppen haar te kwellen:
Ik ben de jouwe
waarom dood je mij
Enhedduana schrijft in haar poëzie ook over haar eigen leven, onder meer toen ze in haar rol als hogepriesteres werd overmeesterd door een man – ze schreef hymnen waarin ze bad tot Inanna om in ere te worden hersteld, en (of dat nu door goddelijke of menselijke hand was), ze eiste haar rol snel daarna weer op.
Enhedduana lijkt wat van haar eigen persoonlijkheid in haar godin te injecteren, waardoor zij meer gestalte krijgt als een wezen met dimensies, emoties, diepte.
Het is interessant dat Enhedduana de hogepriesteres is van Inanna’s tempel, gezien het feit dat Inanna heerst over zowel liefde als oorlog – deze twee tegenstrijdige onderwerpen zijn geworteld in hartstocht: voor anderen en tegen anderen.
Enhedduana’s passie is wat haar in onze geschiedenisboeken heeft gecementeerd – niets kan haar poëzie wegnemen, en ondanks archeologische vooruitgang en ontdekkingen, is zij nog steeds de vroegst bekende schrijfster ter wereld.
Ik smeek u allen om Enhedduana’s werk te lezen, waar u maar kunt.
Hoewel ik geenszins een religieus persoon ben, kan ik toch de schoonheid, kracht en emotie van haar woorden waarderen.
Het is belangrijk dat we vroege schrijvers als Enhedduana niet vergeten – per slot van rekening leven zij in ons voort.