Doggerland is een onder water liggende landmassa onder wat nu de Noordzee is, die eens Groot-Brittannië verbond met het vasteland van Europa.
Genoemd naar de Doggersbank, die op zijn beurt werd vernoemd naar de 17e-eeuwse Nederlandse vissersboten die doggers werden genoemd.
Het bestaan van Doggerland werd voor het eerst gesuggereerd in een laat 19e-eeuws boek “A Story of the Stone Age” van H.G. Wells, dat zich afspeelt in een prehistorisch gebied waar men droogvoets van Europa naar Groot-Brittannië had kunnen lopen.
Het landschap was een bonte mengeling van glooiende heuvels, moerassen, beboste valleien, en moerassen. Mesolithische mensen profiteerden van de rijke migrerende fauna en seizoensgebonden jachtgebieden van Doggerland, zoals blijkt uit de oude botten en gereedschappen op de huidige zeebodem die door vissersschepen naar de oppervlakte werden gebracht.
Na verloop van tijd werd het gebied overstroomd door de stijgende zeespiegel na de laatste ijstijd rond 6.500 tot 6.200 v. Chr. Smeltwater dat was opgesloten, deed het land kantelen in een isostatische aanpassing toen het enorme gewicht van het ijs afnam.
Kaart met de hypothetische omvang van Doggerland (ca. 10.000 v. Chr.), dat een landbrug vormde tussen Groot-Brittannië en het vasteland van Europa
Doggerland liep uiteindelijk onder water, waardoor alleen Dogger Bank, een mogelijke morene (opeenhoping van gletsjerpuin) een eiland bleef, tot rond 5000 v. Chr. toen Dogger Bank ook ten onder ging aan de zee.
Een recente theorie onder archeologen suggereert dat een groot deel van de overgebleven kust en de laaggelegen eilanden rond 6225-6170 v. Chr. overstroomd werden door een mega-tsunami veroorzaakt door de Storegga Slide. (De Storegga-glijbaan was een aardverschuiving over een lengte van naar schatting 180 mijl van het kustplateau in de Noorse Zee, die een grote tsunami in de Noord-Atlantische Oceaan veroorzaakte).
Archeologische vondsten in de Doggerland-regio omvatten resten van mammoeten, neushoorns en jachtvoorwerpen die allemaal van de zeebodem van de Noordzee zijn opgebaggerd.
In 1931 haalde een beroemde ontdekking de voorpagina’s toen een trawler met de naam Colinda een klomp turf ophaalde terwijl hij aan het vissen was in de buurt van de Ower Bank, 25 mijl voor de Engelse kust. Tot verbazing van de visser bevatte het veen een versierde punt van weerhaakgewei die werd gebruikt voor het harpoeneren van vis en die dateerde van 10.000-4.000 v. Chr.
Andere uitgebreide vondsten van prehistorische vondsten omvatten textielfragmenten, peddels en Mesolithische woningen vlak voor de kust van Denemarken. Daarnaast nederzettingen met verzonken vloeren, uitgegraven kano’s, visfuiken en een aantal begravingen in de Rijn/Maas delta in Nederland, en een schedel fragment van een Neanderthaler, gedateerd op meer dan 40.000 jaar oud opgebaggerd uit het Middeldiep voor de kust van Zeeland.
Duikers hebben zelfs stukken prehistorisch bos ontdekt, zoals de ontdekking in 2015 voor de kust van Norfolk, toen de onderzoeksgroep “Seasearch” het zeeleven aan het bestuderen was en onverwacht resten van samengeperste bomen en takken vond.
Verschillende universiteiten zijn momenteel betrokken bij talrijke studies om de geologie van Doggerland in kaart te brengen en de flora en fauna van dit vergeten land te begrijpen.
Het verhaal van Doggerland is een voorzichtige waarschuwing voor de macht die de natuur uitoefent bij het vormgeven van het landschap door klimaatverandering. Hele volkeren raakten ontheemd toen de zee een gebied binnendrong dat groter was dan veel Europese landen. Vandaag leven meer dan 1 miljard mensen dicht bij de kustlijn, in kwetsbare gebieden.
Header Image Credit : Daleyhl