Inleiding
Democratische vredestheorie is een theorie die stelt dat democratieën minder kans hebben om oorlog en conflicten met andere democratieën te voeren. De geringe kans op oorlog leidt tot een structuur die het gebruik van door de staat gesponsord militair geweld zou ontmoedigen. De nadruk van de theorie ligt dus op vredesopbouw in plaats van oorlog.
milkare/dollar fotoclub
Beginselen van de Democratische vredestheorie
De basisbeginselen van de Democratische Vredestheorie werden in de jaren 1700 uiteengezet door Immanuel Kant en Thomas Paine. In zijn essay, ‘Perpetual Peace’, geschreven in 1795. beweerde Kant dat het grote publiek nooit zou stemmen om oorlog te voeren, tenzij uit zelfverdediging.
Dus, als alle naties republieken zouden zijn, zouden ze afzien van oorlog voeren en daarmee alle oorlogen beëindigen. Paine zei in zijn werk ‘Common Sense’ in 1776 dat monarchieën gemakkelijk oorlog voeren uit trots, maar republieken niet. In 1917 verdedigde Woodrow Wilson het idee dat een wereldwijde democratische structuur tot wereldvrede zou leiden. Hij gebruikte deze agenda om de deelname van de Verenigde Staten aan de Eerste Wereldoorlog te rechtvaardigen. In de jaren 1960 en 1970 werd de Democratische Vredestheorie een onderdeel van de mainstream academische wereld en werd zij met kracht bestudeerd. Michael Doyle publiceerde twee essays in 1983 die meer aandacht voor de theorie opwekten.
Categorieën die de DPT verklaren
Er zijn twee hoofdcategorieën onder de theorie: de structurele verklaring en het normatieve perspectief.
1. Structurele verklaring
De structurele verklaring stelt dat het de instellingen van de representatieve overheid zijn die oorlog tot een slechte keuze maken voor zowel de overheid als de burgers. Aangezien oorlog en de nasleep ervan negatieve gevolgen hebben voor de mensen, zouden de verkozen ambtenaren, die verantwoording verschuldigd zijn aan de regering en de burgers, andere haalbare opties zoeken, omdat de kiezers de ambtenaren anders uit de macht zouden stemmen. Een oorlog zou alleen tot gevolg hebben dat de regerende partij uit de macht wordt gezet. Deze visie accepteert niet dat alle burgers logisch zijn, maar eerder dat de democratische structuren zelf de burgers de macht zouden geven om beslissingen van de regering te veranderen.
2. Normatief Perspectief
Het normatieve perspectief stelt dat er vrede bestaat onder democratische naties omdat zij allen dezelfde waarden delen. De democratische politieke cultuur streeft naar geweldloze en vreedzame manieren om conflicten op te lossen. Dit is de houding die door alle democratische naties wordt gedeeld en zij hebben dus wederzijds begrip voor elkaar. Zij zijn eerder bereid hun meningsverschillen op te lossen en vreedzame oplossingen te zoeken dan oorlog te voeren.
Daarom is de politieke ideologie de belangrijkste bepalende factor bij het vormen van bondgenoten.
Realisten stellen dat het niet de democratie of het gebrek daaraan is die oorlog en vrede veroorzaakt, maar dat het eerder de overwegingen en evaluaties van de macht zijn. Het zijn de allianties tussen democratische staten die leiden tot effecten waarvan men denkt dat ze door democratie teweeg worden gebracht, terwijl ze in feite het resultaat zijn van realistische factoren.
Kritiek
De belangrijkste kritiek op de Democratische Vredestheorie is haar methodologie. De parameters om de bijzonderheden te meten zijn zeer subjectief. Geleerden hebben ook kritiek op het oorzakelijk verband tussen democratie en vrede. Realisten beweren dat het niet gemeenschappelijke waarden, maar eerder gemeenschappelijke belangen zijn die de mogelijkheden van oorlog tussen democratieën verminderen. Democratische staten zullen zich eerder op één lijn stellen met andere democratieën vanwege gemeenschappelijke strategische belangen dan vanwege binnenlandse politieke processen.
Conclusie
Dus concluderend kan worden gesteld dat Realisten democratie niet beschouwen als een factor die bijdraagt aan vrede. De structuur van het internationale politieke systeem is een belangrijke bepalende factor bij het vormen van bondgenoten en het nemen van beslissingen over oorlog en vrede. Hoewel kan worden aangevoerd dat stabiliteit zou ontstaan als gevolg van de verspreiding van democratie, zijn het in feite gemeenschappelijke belangen die de internationale politieke structuur bepalen.