Loja ligt in een hoge Andesvallei op een hoogte van 2.225 m. Bij de volkstelling van 2010 telde de provincie 448.966 inwoners. Het staat bekend als een vriendelijke en aangename stad. Dit werd bewezen toen Loja, zowel de provinciale hoofdstad als een van de oudste steden in Ecuador, in 2001 een prijs won voor de betrokkenheid van de gemeenschap, als erkenning voor de voortdurende inspanningen van de gemeenschap om het milieu te ondersteunen en te beschermen.
Omgeven door twee rivieren, de Zamora en de Malacatos, heeft Loja een verscheidenheid aan microklimaten. Deze unieke ligging resulteert in talrijke ecologische zones. Gelegen tussen het vochtige Amazonebekken en de Sechura-woestijn aan de kust in Peru bestaat de omgeving uit páramo-, nevelwoud- en oerwoudlandschappen. 86% van de provincie is bedekt met heuvels of bergen.
De historische gebouwen en koloniale architectuur maken van de stad Loja een populaire toeristische attractie.
Bekend om de Vírgen del Cisne religieuze festivals die het elk jaar in september organiseert, is Loja ook bekend om zijn muzikanten. De stad heeft een aantal belangrijke muziekacademies, waaronder het Conservatorio Nacional de Musica, het huis van de meest invloedrijke musici in Ecuador. De stad wordt ook wel de “muzikale hoofdstad van Ecuador” genoemd. Er zijn ook twee universiteiten, Universidad Tecnica Particular De Loja en Universidad Nacional de Loja. Ook is er een belangrijke rechtenfaculteit.
Net ten zuiden van Loja (42 km) ligt Vilcabamba, dat bekend staat als de Vallei van de Langlevendheid. De inwoners van deze gemeenschap genieten van een lange levensduur dankzij het ideale klimaat en de plaatselijke warmwaterbronnen. Onderzoekers en wetenschappers hebben de stad regelmatig bezocht om de geografische omstandigheden, het klimaat, de bodem en het water te bestuderen. Er zijn zelfs artikelen verschenen in bekende tijdschriften als Readers Digest en National Geographic magazine, waarin zij hun eigen theorieën gaven over de lange levensduur van de inwoners van Vilcabamba.
Loja heeft de eer de eerste stad in Ecuador te zijn geweest die de middelen heeft verworven om elektriciteit te produceren. De stad werd van elektriciteit voorzien door de bouw van de Itaipu-dam, waarvan het oorspronkelijke bouwwerk in 1896 werd voltooid.